Kerk & religie

Zelfkennis

Psalm 77:10

Jacobus Koelman
23 November 2017 06:48Gewijzigd op 16 November 2020 12:02

„Heeft God vergeten genadig te zijn? Heeft Hij Zijn barmhartigheden door toorn toegesloten? Sela.”

Een ziel die veel ondervindingen heeft gehad en die door de bewerking van de Heilige Geest veel bewijzen van de goddelijke nabijheid heeft gehad, kan door de zware aanvechtingen van de satan en door de vreselijke kracht van het ongeloof soms ertoe gebracht worden gaan twijfelen. Dan kan de vraag in hem opkomen of het wel waar is, dat God een God is zoals er van Hem wordt getuigd. Ja, het kan met een ware bondgenoot zelfs zo ver gaan dat hij in twijfel trekt en niet vast kan houden dat God hemel en aarde geschapen heeft.

Een leraar in Schotland begon eens te preken met deze woorden: „O, wat is het een grote zaak om te geloven dat er een God is!” In welk een ellendige en allerbedroevendste staat en gestalte kan de ziel komen! Bovenal is het verschrikkelijk dat de Heere God om wijze, heilige aanbiddelijke en goede bedoelingen toelaat dat de vorst der duisternis zulke verschrikkelijke gedachten in het hart van de gelovigen verwekt. Gedachten over God als de Schepper van hemel en aarde, over Christus de Borg en Middelaar van al Zijn uitverkoren volk.

Zo wil de Heere soms aan Zijn kinderen bekendmaken, welk een gruwel van ongerechtigheid er in hun hart is, opdat zij zouden weten waaruit Hij hen verlost heeft. Daar zullen zij Hem eeuwig voor verheerlijken en prijzen.

Jacobus Koelman, predikant te Sluis (”Preek over Psalm 77:20 en 21”, 1673)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer