Veldgids voor de 275 bijen en hommels die Nederland en Vlaanderen rijk zijn
Ooit gehoord van de sporkenhoutzandbij? De roodpotige groefbij? Van de kauwende metselbij dan? Of de kattenkruidbij? De honingbij en de aardhommel zijn een stuk bekender. Dit zijn maar 6 van de in totaal 275 soorten bijen en hommels die in ”Bijen. Veldgids voor Nederland en Vlaanderen” beschreven worden. Ongelooflijk dat ons land en Vlaanderen zo veel verschillende soorten herbergen!
Het boekwerk is de eerste Nederlandstalige gids om al die bijen en hommels te determineren. Want hoe houd je een asbij en een blauwe zandbij uit elkaar? Of een bonte wespbij en een kortsprietwespbij? Dat is zelfs met deze veldgids in de hand niet eenvoudig. Je hebt in veel gevallen een microscoop of in ieder geval een goed vergrootglas nodig om de verschillen te herkennen. Vooral de gedetailleerde tekeningen achter in het boek helpen vervolgens om de juiste naam bij het juiste insect te vinden. De bijna 400 pagina’s ervoor geven meer duidelijkheid en informatie over de bij of hommel. Een en ander zijn wel doorweven met vaktermen zoals univoltien en bivoltien, broeddimorfisme, polylectisch en oligolectisch.
Aan de andere kant staan er ook interessante weetjes in, bijvoorbeeld over de koekoeksbijen die precies hetzelfde doen als de vogels waar ze naar vernoemd zijn. Ze leggen hun eitjes in nesten van andere bijen. Zodra de koekoekslarve uitkomt, eet hij het ei of de larve van de gastheer op en gebruikt vervolgens de hele voedselvoorraad van de gastheer voor zijn eigen ontwikkeling. Dit wordt broedparasitisme genoemd.
Boekgegevens
Bijen. Veldgids voor Nederland en Vlaanderen, Steven Falk en Richard Lewington; uitg. Kosmos, Utrecht, 2017; ISBN 978 90 21564371; 444 blz., € 39,99.