Opinie

Vooral verliezers

14 June 2004 11:13Gewijzigd op 14 November 2020 01:19

De Europese verkiezingen van de voorbije dagen hebben vooral verliezers opgeleverd. Tot die categorie behoort de EU zelf, alsmede de politieke leiders van de grote lidstaten. Veel inwoners van de 25 landen lieten het afweten. Onder degenen die wel hun stem uitbrachten, gaf een groeiend deel blijk van een eurosceptische houding en tekende zich een fikse afstraffing van de zittende regeringen af.Nederland en Groot-Brittannië openden afgelopen donderdag de rij. In de meeste overige naties die lid zijn van de Unie mocht de bevolking, in lijn met de traditie daar om op zondag het electoraat te raadplegen, zondag naar de stembus. De 732 zetels in het Europees Parlement zijn voor vijf jaar verdeeld.

Meer dan de helft van de 350 miljoen burgers had geen belangstelling om een voorkeur voor een kandidaat uit te spreken. De thuisblijvers toonden met hun gedrag desinteresse voor of afkeer van het verenigd Europa. Het opkomstpercentage was sinds de invoering van de rechtstreekse verkiezingen voor het EP in 1979 nog nooit zo laag als ditmaal. In de voormalige Oostbloklanden waren de cijfers helemaal bedroevend, een regelrechte anticlimax na de vreugde rond hun aansluiting op 1 mei jongstleden.

Dit alles brengt het Europese project van de voortgaande integratie en het democratisch gehalte daarvan een gevoelige slag toe. Het roept het beeld op dat de eenwording toch vooral een bouwwerk van de politieke elite is en niet een ontwikkeling die een breed draagvlak heeft in de samenlevingen. Ook in de komende periode dienen de politici zich ernstig te bezinnen op de vraag wat de oorzaken zijn van de geringe betrokkenheid van het publiek en hoe de belangstelling en participatie kan worden bevorderd.

De uitslagen maken duidelijk dat de eurosceptische krachten her en der aan invloed winnen. Zo vormen in ons land de twee zetels die het Europa Transparant van klokkenluider Paul van Buitenen veroverde een illustratie van wantrouwen jegens Brussel en Straatsburg. Het Verenigd Koninkrijk beleefde de spectaculaire opmars van de UK Independence Party, een partij die de EU wil opheffen.

De samenwerking tussen de volkeren die ontstond na de Tweede Wereldoorlog droeg in belangrijke mate bij tot vrede en welvaart. De recente toetreding van de vroegere communistische landen betekende de definitieve hereniging van het continent, na een lange tijd waarin het westen en het oosten waren gescheiden door de grens van het IJzeren Gordijn. Blijkbaar zijn deze zegeningen voor de kiezer niet voldoende om hem te motiveren tot een pro-Europese opstelling. Of schuilt het probleem daarin dat de bevoegdheden van de EU te ver zijn doorgeschoten en dat hij de Unie van 2004 ervaart als een anonieme macht die ver van hem afstaat?

De verkiezingen hebben niet alleen Europa, maar ook diverse regeringen een flinke deuk bezorgd. In de toonaangevende lidstaten signaleren we overal dezelfde trend: de achterban van de president of premier die momenteel de scepter zwaait, haakt af. Ongenoegen over de ongunstige economische situatie, met een oplopende werkloosheid en een dalende koopkracht, zal hieraan niet vreemd zijn.

Chirac, Schröder, Blair en Berlusconi zien hun aanhang slinken. Eind deze week zijn ze met hun collega’s in Brussel bijeen om te proberen een akkoord te bereiken over een Europese grondwet. Ze beginnen de finale onderhandelingen over dat document in ieder geval zonder een nieuw vertrouwensvotum.

De partijpolitieke verhoudingen binnen het EP tot slot veranderen niet. De groepering van christen-democraten en conservatieven blijft de grootste, maar zij beschikt niet over een absolute meerderheid en zij moet dus voortdurend compromissen sluiten.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer