Kerk & religie

„Ds. Ter Linden komt in doopdienst niet aan exegese toe”

Een Protestantse Kerkdag, een EO-jongerendag, een samenkomst van bisschoppen in Dokkum rond de moord op Bonifatius en de doop van prinses Amalia streden zaterdag om de voorrang.

Marie van Beijnum
14 June 2004 10:37Gewijzigd op 14 November 2020 01:19

Veel voorlieden van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) waren niet aanwezig in de Grote of Sint-Jacobskerk in Den Haag (uitgezonderd moderamenlid drs. J. van

Heijst), waar te midden van 1200 tot 1300 genodigden ds. C. A. ter Linden het hoofd van prinses Amalia besprenkelde met water uit de Jordaan. Een reactie: „Ik had van ds. Ter Linden meer uitleg van de Bijbel verwacht.”

„Het was goed om met zovelen bijeen te zijn”, zegt ds. W. Smouter, voorzitter van de Landelijke Vergadering van de Nederlands Gereformeerde Kerken, over de dienst waarin prinses Amalia werd gedoopt. Wel gaf de invulling van de dienst hem een ongemakkelijk gevoel. „Voorheen heeft ds. Ter Linden de Bijbel wel eens beter uitgelegd. We mogen misschien, gezien de toestand waarin ons volk verkeert, ook niet meer van een dienst als deze verwachten. Het was goed dat de ouders van prinses Máxima erbij waren. Dit geeft de juistheid aan van de scheiding van Kerk en Staat.”

De predikant hoorde in de dienst de basiswaarden doorklinken van een koningschap dat dienstbaar is, zoals dat in christelijke zin wordt bedoeld. Dat stemde hem verheugd, al had hij liever een verdiepingsslag vernomen. De dienst droeg volgens ds. Smouter een zuiver protestants karakter. „In culturele zin bevatte hij wellicht roomse elementen, maar er was geen enkel aspect van intercommunie. Het verhaal van de heilige Christoforus vond ik niet echt sterk. Maar het was meer protestants in de versie van Ter Linden dan dat het roomse invloed was.

Als Ter Linden bedoeld heeft de jongeren in de kerk te raken, ben ik blij dat ik uit een laagkerkelijke traditie kom, die op een andere manier aansluiting zoekt bij kinderen. Ik heb echt zitten wachten tot het moment waarop hij de jongeren zou aanspreken. Dat kwam niet. Het zit ’m voor een deel in Ter Linden zelf en voor een deel in de hoogliturgisch hervormde wereld, die bijvoorbeeld de ruimte voor een royaal kinderlijk lied niet kent.”

Ds. J. J. van Eckeveld, synodepreses van de Gereformeerde Gemeenten, deed het wat om een doopdienst mee te maken in een kerk waar in de loop der eeuwen zo veel Oranjes zijn gedoopt. Je voelt je dan betrokken bij een traditie van eeuwen, zegt hij. Toch overheerst bij hem de teleurstelling. „Het was een dienst waarin de naam van Christus en de drie-enige God werd genoemd, maar daar bleef het dan bij. De inhoud van de preek of overdenking stelde me buitengewoon teleur. Het is met droefheid dat ik dit moet vaststellen. Het was niet meer dan een horizontalistische benadering van de Bijbel en het woord zonde heb ik niet horen noemen.”

De betekenis van de doop kwam volgens ds. Van Eckeveld niet uit de verf. „De doop betekent afwassing van de zonden door het bloed van Jezus Christus. Helaas was daar geen plaats voor.” Een zuiver protestantse dienst is naar de mening ds. Van Eckeveld een dienst waarin het Woord centraal staat „en niet een verhaal over Christoforus, een heilige uit de Rooms-Katholieke Kerk.”

„Met dubbele gevoelens” woonde ds. J. Plantinga, christelijk gereformeerd emeritus predikant te Groningen, de dienst in Den Haag bij. „Ik vond het enerzijds een feestelijk gebeuren. Het was heel fijn voor prinses Máxima dat haar ouders erbij waren. Het is goed dat de kerk in dit opzicht haar eigen regels heeft. Dat er zo veel kinderen waren, gaf iets heel ontspannends aan de dienst. Er waren nogal wat islamitische kinderen bij, herkenbaar aan de hoofddoekjes. Zij maken dan toch maar een christelijk ritueel mee. De kerk was mooi versierd, het was een dienst zonder poespas in de goede zin van het woord en de liederen kon ik van harte meezingen”, aldus ds. Plantinga, voorzitter van de laatst gehouden generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken.

Het is op zich een fijn gegeven dat een prinses überhaupt nog wordt gedoopt en dat dit nog kán in deze tijd, merkt de Groningse emeritus predikant op. „Wel had ik gehoopt dat in deze dienst het Evangelie zou doorklinken. Ds. Ter Linden kan goed exegetiseren en de Schrift uitleggen en ik had verwacht dat hij dat zou doen. Misschien heeft hij het geprobeerd, maar dit was geen Bijbel uitleggen, zoals hij dat wel tijdens de huwelijkspreek voor de prins en de prinses heeft gedaan. De Bijbel werd er nu bijgehaald. We kregen van hem niet veel te horen over de ware betekenis van de doop en over datgene wat de doop wil uitbeelden, namelijk de verzoening door het bloed van Christus.”

C. W. Schimmel uit Leusden en zijn vijfjarig dochtertje Marlies ontvingen ook een uitnodiging om de plechtigheid in de Sint-Jacobskerk bij te wonen. Schimmel, docent pedagogiek aan het Hoornbeeckcollege in Amersfoort, vond het een indrukwekkende en stijlvolle dienst. „Christoforus, ja, daar kun je verschillende betekenissen aan toekennen. De preek ging over een mens -een reus- die Christusdrager is. Want God wil mensen dragen in voor- en tegenspoed. Ds. Ter Linden benadrukte wel de genade van God, maar zei niets over de verlorenheid van de mens die als zondig schepsel geboren en ontvangen is. Het was daarom een eenzijdige preek. En dat prinses Amalia is gedoopt met water uit de Jordaan, ach, die symboliek vind ik niet zo belangrijk. Voor mij kan het doopwater net zo goed leidingwater zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer