Duitse politiek heeft informateur nodig om kabinet te vormen
Na een breuk in de formatiegesprekken zit de Duitse politiek met de handen in het haar. De beoogde coalitie van CDU/CSU met de liberale FDP en de Groenen verdween zondagavond uit beeld omdat de partijen het niet eens konden worden.
Nu was het plan om met deze drie partijen een coalitie te vormen ook wel een waagstuk. Eigenlijk zijn het ook nog eens vier groepen, omdat de zusterpartijen CDU en CSU het beslist niet over alles eens zijn. Rond een kernthema als immigratie is de CSU uit Beieren een stuk rechtser dan de CDU. In plaats van Merkels motto ”Wir schaffen das” (we redden het wel) eist de CSU een maximum van 200.000 vluchtelingen per jaar.
In Duitsland is men ook niet gewend aan coalities van meer dan twee partijen. De gesprekken zijn nu vastgelopen op asielbeleid en de mogelijkheden van gezinshereniging, arbeidsrecht en energiebeleid. Rechts (FDP) en links (Groenen) waren niet in staat om op deze punten gezamenlijk beleid op papier te zetten. In Nederland strandden de gesprekken met GroenLinks afgelopen zomer op dezelfde punten.
De Duitse pers concentreerde zich vanochtend op drie opties voor de komende weken. De eerste is dat de sociaaldemocratische SPD de deur weer openzet. Net als de PvdA heeft de SPD na het grote verlies eind september gezegd niet beschikbaar te zijn voor een kabinet, omdat de kiezer overduidelijk de grote coalitie met CDU/CSU had afgestraft.
De tweede mogelijkheid is dat CDU/CSU en FDP een minderheidscoalitie vormen. Het is echter bekend dat Merkel hier een afkeer van heeft, omdat ze dan doorlopend afhankelijk is van de populisten van de AfD.
Een derde optie is het houden van nieuwe verkiezingen. Dat is echter gemakkelijker gezegd dan gedaan, omdat daarvoor eerst een nieuwe bondskanselier moet worden gekozen. Bovendien is een nieuwe stembusgang zeer gevaarlijk voor vooral de CDU. Er bestaat binnen de partij twijfel of Merkel dan wel opnieuw lijsttrekker moet worden. Maar het is nog altijd niet duidelijk wie haar zou moeten opvolgen. Om dat vlak voor de verkiezingen nog te gaan uitvechten, geeft wel heel veel gedoe en is daarmee riskant.
De Duitse media spreken niet over een vierde optie, maar dat zou neerkomen op het hervatten van de onderhandelingen (”Sondierungsgespräche”). Een alternatief is er immers niet.
Naar Nederlands voorbeeld zou bondspresident Steinmeier een informateur kunnen aanwijzen om dit te begeleiden. Zo’n figuur was tot nu toe nooit nodig in de Duitse kabinetsformatie. Zonder de inzet van Tjeenk Willink en Zalm zou in Nederland de huidige coalitie wellicht ook niet tot stand zijn gekomen, omdat die lange tijd als onwaarschijnlijk en zelfs onwenselijk werd geacht.
In Berlijn kan de bondspresident zo’n rol heel moeilijk zelf vervullen. Een jaar geleden diende Steinmeier immers nog als SPD-minister. Toch is hij het die nu een uitweg moet wijzen uit de moeilijke situatie.