De Bijbelse Jozef als type van Christus
Was de Bijbelse Jozef vooral een type van Christus of was hij een getraumatiseerde man die de schok van zijn jeugd nauwelijks te boven kon komen? Of was hij beide?
Deze en nog meer vragen over Jozef kwamen langs tijdens het minisymposium ”Jozef in de vroege kerk”, vrijdagmiddag aan de Vrije Universiteit te Amsterdam in een zaal van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU). Tijdens de bijeenkomst werd het boek ”Vertrouwen op God. Leven als rechtvaardige in de Vroege Kerk” gepresenteerd.
Het is geschreven door dr. Marten van Willigen, oprichter van de Stichting Bijbeluitleg Vroege Kerk. In de bundel zijn vijf vertaalde preken van de kerkvader Chrysostomus (344-407) opgenomen en van een uitvoerige toelichting voorzien. Alle preken gaan over de geschiedenis van Jozef.
Dr. Van Willigen promoveerde in 2008 op een preek over Jozef van Ambrosius van Milaan (339-397). De preken van Chrysostomus vormen een aanvulling op dit proefschrift en laten iets zien van de Bijbeluitleg van de vroegchristelijke kerk. Voor Ambrosius was het commentaar op de Schrift van Origenes richtinggevend. Een van de kenmerken van de prediking van beide kerkvaders was de allegorie, zo werd duidelijk tijdens het symposium. Dr. Van Willigen zei dat Ambrosius niet alleen Jozef in algemene zin een type van Christus noemde maar dat hij dat tot in de kleinste details uitwerkte.
Het betekent niet dat Ambrosius zomaar wat fantaseerde. Dr. Van Willigen: „Ambrosius was in die tijd een toonaangevende exegeet. Er is geen sprake van inlegkunde, wél van associatief denken, wat in die tijd algemeen was. In de vroege kerk gaat het allemaal om de Christus der Schriften. Hij staat centraal in de prediking. De geschiedenis van Jozef in het Oude Testament was voor die tijd een eerdere openbaring van zaken die later zouden plaatsvinden.”
Huidige inzichten
Prof. dr. Klaas Spronk, hoogleraar Oude Testament aan de PThU, zoomde in op de Jozef-geschiedenis vanuit tegenwoordige theologische inzichten. Jozef wordt niet alleen vergeleken met Jezus maar ook met Daniël. Beiden leefden in een vreemd land en gaven duiding aan de toekomst door dromen. Hij zag overeenkomsten tussen de geschiedenis van Jozef en die van Esther, waar eveneens sprake was van de redding van het volk.
Het is volgens prof. Spronk opvallend dat God niet op de voorgrond werkte, zoals in de geschiedenissen van Abraham. Pas achteraf werden conclusies getrokken ten aanzien van Gods hand in dit alles. De overeenkomst tussen de oude en nieuwe theologische uitleg is dat in beide gevallen de nadruk wordt gelegd op het vertrouwen op God.