Kerk & religie

Maarten van Gestel: Zuid-Nederland heeft christenen nodig

Een rooms-katholieke Brabander die uiteindelijk bij het calvinisme terechtkomt. „Dat is nu Gods soevereiniteit”, glimlacht natuurkundige en kerkplanter Maarten van Gestel uit Eindhoven. In het herdenkingsjaar van de Reformatie organiseert hij zaterdag een kerkplantingsconferentie, in het zuiden van Nederland.

Niek Stam
17 November 2017 21:13Gewijzigd op 16 November 2020 11:59
Maarten van Gestel. beeld Niek Stam
Maarten van Gestel. beeld Niek Stam

In zijn rooms-katholieke, gezellig Brabantse opvoeding, zag Maarten van Gestel (42) de kerk niet veel van binnen. „Misschien twee keer per jaar, zoals destijds iedereen om ons heen.”

Het christelijk geloof moest hij naar eigen zeggen helemaal zelf ontdekken. „Terwijl ik daar achteraf juist Gods leiding in zie. Neem nou het feit dat in diezelfde tijd ook mijn vrouw Nicole tot geloof kwam. Dat kan alleen Hij doen.”

Van Gestel is een lekenprediker: hij werkt doordeweeks bij de Veldhovense chipfabrikant ASML en gaat op zondagen voor in De Brug, een kerkplanting met een gereformeerde grondslag. Bedoeld voor mensen als hijzelf: „Eindhovenaren op zoek naar een antwoord op de grote vragen van het leven.”

Hoe dat zo gelopen is, ziet hij –opnieuw– als Gods ingrijpen. „Soevereiniteit, dat is echt zo’n woord dat ik door het calvinisme heb leren kennen. God doet wat Hij Zelf wil, of ik dat nou goed vind of niet.”

In dit geval ging dat via vader Van Gestel, die een baan kreeg in Amerika. Maarten van Gestel woonde daar van zijn tiende tot zijn vijftiende jaar. „Er wonen veel meer christenen dan in Eindhoven. Ik werd door klasgenoten uitgenodigd voor een Bijbelstudie. En hoewel me dat niet aantrok, ging ik toch. Ik ging vooral voor de meisjes, en voor de barbecue na afloop.

Jaren later liep ik in Nederland tegen grote levensvragen aan. Het was de tijd van onder meer de oorlog in Joegoslavië. Ik kwam er met mijn studie natuurkunde niet uit wat nu het doel van het leven was. Als wij gewoon een „kosmisch ongeluk” zijn, zoals ik vaak hoorde, hoe kan het dan dat ik wel goed aanvoelde wat goed en kwaad was?

De antwoorden van de wetenschap, zelfs van bijvoorbeeld Richard Dawkins, resoneerden niet in mij. Uiteindelijk greep ik terug op de positieve ervaring in Amerika en ging de Bijbel weer lezen. En daar vond ik uiteindelijk het eerlijke antwoord. Als enige in ons gezin werd ik christen.”

En toen naar het calvinisme?

„Toen ik jaren later voor mijn werk naar Canada moest, luisterde ik preken van Mars Hill Church in Seattle en van dr. Tim Keller. Zij legden heel andere accenten dan ik tot dan toe had gehoord: dat de mens slecht is, en dat we allemaal de genade van God nodig hebben. Dat resoneerde met wat ik gelezen had in de Bijbel, met name in de Romeinenbrief.

Vooral die soevereiniteit trok me over de streep: als alles in Gods handen ligt, dan kan ik alle dingen aan Hem overlaten. Dat gaf mij rust, en nog steeds.”

Hoe viel dat in uw omgeving?

„Het maakt voor mijn omgeving totaal niet uit of ik me calvinist, arminiaan, baptist of reformatorisch-evangelisch noem. De meesten van mijn Brabantse vrienden geloven nog steeds niet. Dan komt het er dus neer op wat je in de basis bent, in mijn geval: een volgeling van Jezus Christus in Eindhoven. Maar als je vervolgens kijkt naar wat ik lees en luister, dan past het calvinisme het beste bij de manier waarop ik de werkelijkheid zie.”

Had je begrepen dat er in Nederland mensen zijn die twee tot drie keer per week onder een reformatorische preek zitten?

„De Biblebelt. Ik ga er graag op vakantie. Maar eerder had ik daar echt nog nooit van gehoord. Toen we eens een huwelijkscursus van de Evangelische Omroep volgden, wilde ik op zondag voor iedereen een ijsje kopen. Maar dat bleek een groot probleem. Reformatorischen en zondagsheiliging – dat waren nieuwe dingen voor mij.

Later kwam ik meer reformatorische christenen tegen. Bijzonder hartelijke mensen, die klaar staan om je te helpen. In mijn ogen superchristenen – voor zover ik vergelijkingsmateriaal had. Maar als we verder met elkaar spraken, bleek dat ze van zichzelf vaak niet konden zeggen of ze een levend geloof hadden. Ik weet nog dat ik dacht: Hoe kan dit? Dat mensen zó christelijk praten en zich gedragen, en zoveel Bijbelkennis hebben. Soms snap ik dat nog niet helemaal. Alsof ze wel weten wat er in de Bijbel staat, maar de teksten toch anders lezen.

Het mooie van reformatorische mensen is dat ze zoveel vanuit hun cultuur hebben meegekregen en de Bijbel zo goed kennen. Je brengt ze daardoor niet snel van hun stuk. Maar een gevaar is de hang naar regels, naar religie: dingen doen en laten om jezelf beter te maken voor Hem. Maar niet omdat je hart veranderd is of omdat Zijn dienst je blij maakt.”

Uw gemeente De Brug bestaat sinds 2014. Hadden Eindhovenaren een nieuwe kerk nodig, naast de bestaande kerken?

„In mijn periode van „de eerste liefde”, zoals de Bijbel daarover spreekt, nam ik al mijn vrienden mee naar de kerk. Maar het stootte hen af: ze begrepen de vorm niet. Daar heb ik toen enorm mee geworsteld.

Ik las toen voor het eerst over gemeentestichting. Ik had er nog nooit over nagedacht dat iedere kerk ooit door iemand is gestart. Dat opende perspectieven. We woonden toen in Canada, maar ik had altijd het verlangen om terug te keren naar mijn geboortestad, naar Eindhoven. Om mensen daar het evangelie van Jezus Christus te vertellen, op een manier die aansluit bij hun belevingswereld.”

Is er sprake van groei?

„Ik heb geleerd dat kerkgang –net als Bijbellezen en bidden– totaal niet in de Brabantse volksaard zit. Veel mensen komen af en toe. Op een gemiddelde zondag betekent dat vijftig tot zestig volwassenen, maar er zijn misschien wel driehonderd minder regelmatige bezoekers. Wat wij hard nodig hebben, is niet zozeer geld, maar gebed en mensen die ons helpen.”

Het ooit rooms-katholieke Brabant heeft missionarissen nodig?

Volmondig: „Ja, zendelingen uit Nederland zijn keihard nodig. In een stad als Eindhoven zitten op zondagmorgen minder mensen in de kerk dan in één gemiddeld kerkgebouw in Ede of Barneveld. In deze regio, met 500.000 inwoners, ligt het aantal kerkgangers dik onder de 1 procent van de bevolking.

Wie komt, moet wel invoelingsvermogen hebben. Brabanders zijn nu eenmaal allergisch voor mensen uit het noorden die ze even vertellen wat ze moeten doen. En breng een eerlijk Evangelie, geen geloof van het gevoel.”

Is Zuid-Nederland een blinde vlek voor de Biblebelt?

„Ik ben bang van wel. Wat je heel duidelijk in Handelingen ziet, is dat Paulus kerken sticht die zichzelf weer voortplanten. Wij stoppen zo snel.

Als je op de kaart kijkt naar de plaatsen waar bijvoorbeeld de Protestantse Kerk in Nederland bezig is met kerkplanting, dan zie je rond Eindhoven één groot wit gebied. Hier in de buurt is gewoon niets.

Ik denk dat men zich vaak niet realiseert dat hier in Zuid-Nederland zo weinig christenen wonen. Bij ons in de wijk zijn misschien vijf kerkgaande gezinnen. Voor mijn kinderen betekent dit dat er maar een of twee andere christenen op hun school zitten.

Daarom vind ik het een beetje jammer dat christenen de neiging hebben bij elkaar te kruipen. Tegen reformatorische mensen zou ik willen zeggen: we hebben jullie –opgevoed met en gekneed door het Woord van God– hier in het zuiden hard nodig.”

Is er een reformatie nodig?

„Natuurlijk niet op de harde manier: Mariabeelden onthoofden en mensen verketteren die anders denken. Dat gaat hier niet werken.

Waar ik aan denk, is wat Calvijn deed: mensen trainen en weer uitzenden om kerken te planten. Daarom organiseert onze kerk zaterdag een kerkplantersconferentie. Hier in Brabant is het extra belangrijk om te laten zien dat je een relatie met God hebt. Die komt niet tot stand door de kerk, de priester of de eucharistieviering – zoals ook veel seculiere Brabanders nog denken. Nee, je staat zelf voor Hem. Je hoeft jezelf dus niet beter voor te doen dan je bent. Door het bloed van Christus is er een vernieuwde, persoonlijke, levende relatie met God mogelijk. Die boodschap is hier keihard nodig.”

U heeft een drukke baan en u bent daarnaast voorganger en vader. Hoe combineert u dat?

„Dat blijft lastig. Er moet brood op de plank komen. Tegelijk hebben we in onze kerk een goed team, dat mij veel uit handen neemt. We dragen de gemeente met elkaar; we zijn samen kerk.

Ik zit dagelijks anderhalf uur op de fiets, van en naar mijn werk. Dan probeer ik veel te luisteren: theologiecursussen, preken, goede boeken. En verder is het belangrijk om tijd vrij te maken voor het gezin. De maandagavond is bijvoorbeeld standaard voor mijn vrouw.”

En je familie?

„Ik wanhoop daar niet over. Mijn schoonmoeder komt iedere dienst naar De Brug, mijn eigen ouders en zusje komen met Kerst. We moeten dus geduld hebben. God weet wat Hij doet.”

>>brug.nu

Maarten van Gestel

Maarten van Gestel (1975) werkt als projectleider voor ASML in het Brabantse Veldhoven en als voorganger van gemeente De Brug in Eindhoven, die hij in 2014 hielp oprichten.

Daarnaast is hij actief voor de organisatie Acts29 („Kerken die kerken planten”), die zijn theologische basis heeft in het gereformeerd-calvinistische gedachtengoed. De organisatie houdt zaterdag haar eerste kerkplantersconferentie voor Nederland en België.

Van Gestel en zijn vrouw hebben vijf kinderen: Eva, Sarah, Hannah, David en Benjamin.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer