Voorzieningenniveau kleine gemeenschappen moet op peil blijven
Het netwerk van geldautomaten gaat flink op de schop. De drie grote banken –ABN AMRO, ING en Rabobank– hebben dat deze week met Geldservice Nederland besloten. Het gevolg van dit besluit is dat een kwart van de geldautomaten zal verdwijnen. Pleister op de wond is dat, volgens de aankondiging van de bedrijven, er in dunbevolkte of juist drukke gebieden geldautomaten bij komen.

De verbinding tussen de geldautomaat en een speciale bank zal verdwijnen. Nu is het nog zo dat klanten van de ene bank bij de geldautomaat van een andere bank maar beperkt geld kunnen trekken. Vanaf 2020 maakt het niet meer uit bij welke bank je klant bent en met welke pas je geld uit de automaat wilt halen. Zo kan vanaf 2020 ook iedereen bij elke automaat zijn saldo checken.
De veranderingen hebben te maken met kosten. Steeds minder mensen halen geld uit de muur. Plofkraken hebben ervoor gezorgd dat er ook zorgvuldig gekeken moet worden naar de plek waar een automaat wel of niet geplaatst kan worden. Niet onder een appartementencomplex, om maar wat te noemen. Daar zal bij een plofkraak immers schade aan de woningen kunnen ontstaan en de veiligheid van bewoners in gevaar kunnen brengen.
Het is begrijpelijk dat –zeker banken– het kostenaspect zwaar laten meewegen als er gekeken wordt naar de plek waar wel of niet geldautomaten moeten staan. Toch mag dat zeker niet het enige argument zijn. Nu al zijn er kleine dorpen waar eerst de basisschool, daarna de bank, vervolgens de supermarkt en nu ook nog de geldautomaat verdween. Eén keer per week komt er vervolgens nog een mobiele geldautomaat in het dorp waar bewoners geld kunnen trekken. Afgezien van het feit dat deze wagens voor ouderen vaak moeilijk toegankelijk zijn, is het ook niet echt handig dat je de geldautomaat maar één keer in de week kunt gebruiken, terwijl je niet scherp hebt hoeveel contant geld je die week nodig hebt.
Duidelijk is dat het betalen met contant geld op zijn retour is. Toch zijn er nog steeds winkels waar je niet met de pinpas betalen kunt. Daarbij hebben vooral ouderen graag wat geld op zak. Het voelt voor hen anders om met tastbaar geld te betalen dan met een bankpasje. Zeker ouderen die vergeetachtig worden of niet zo digitaal vaardig zijn, raken sneller het overzicht over de eigen financiën kwijt als ze alle betalingen met een bankpas moeten doen.
Redenen te over voor overheid en banken om samen te kijken hoe voorkomen kan worden dat de leefbaarheid voor wat betreft het voorzieningenniveau van kleine gemeenschappen, die vaak ook nog eens sterk vergrijzen, op peil kan blijven.