Binnenland

EO bezorgd over omroepplan

Voorzitter ds. A. van der Veer van de Evangelische Omroep (EO) is bezorgd over het plan van het kabinet om het zenderbeleid voortaan in handen te geven van onafhankelijke kroonleden.

Redactie politiek
11 June 2004 22:41Gewijzigd op 14 November 2020 01:19

De EO-voorzitter voorziet dat de kroonleden minder neutraal zullen opereren dan het kabinet voor ogen heeft. „Wie is neutraal en wie is onafhankelijk? Het zal een illusie blijken te zijn.”

Of de kroonleden de EO een minder prominente rol in het omroepbestel zullen toebedelen, vindt ds. Van der Veer moeilijk te zeggen. „Tot nu toe zijn we er voortdurend in geslaagd om over te brengen wie we zijn en waarom we vinden dat er ruimte moet zijn voor een evangelische omroep. Maar dat zal nu een extra uitdaging worden.”

Vrijdag besloot het kabinet dat de omroepvoorzitters voor 1 januari aanstaande moeten verdwijnen uit de raad van toezicht Publieke Omroep (PO). Onafhankelijke kroonleden zullen hun plaats innemen. „Nu ben ik namens de EO in dit orgaan vertegenwoordigd. Het is niet erg aannemelijk dat een van de kroonleden uit de orthodox-christelijke hoek zal komen”, aldus Van der Veer.

De omroepvoorzitters bepalen in de huidige situatie het zenderbeleid, maar zijn tevens verantwoordelijk voor de gang van zaken bij de eigen omroep. Deze „dubbele-pettenconstructie” is de politiek al langer een doorn in het oog. De EO-voorzitter zegt daar begrip voor te hebben, maar had liever gezien dat een vertegenwoordiger uit de EO-achterban zijn plaats had ingenomen „dan een zogeheten onafhankelijk kroonlid.”

Het kabinet besloot verder om in het voorjaar van 2005 met een uitgebreid plan te komen over de toekomst van het Nederlandse omroepbestel. Staatssecretaris Van der Laan (Media) had dat voorgesteld. De bewindsvrouw en het kabinet volgen daarmee een van de aanbevelingen op uit het rapport van de commissie-Rinnooy Kan, die recent het omroepbestel doorlichtte.

Opmerkelijk is dat het kabinet hiermee ingaat tegen een rapport van het wetenschappelijk instituut van het CDA, dat juist pleitte voor meer macht voor de afzonderlijke omroepen. Het kabinet wil nog deze regeerperiode zijn toekomstvisie in wetgeving omzetten. Om dat te bereiken, wil zij de uitzendlicenties die in januari aan de verschillende omroepverenigingen worden verleend, korter laten duren: drie in plaats van vijf jaar.

De ledenaantallen zullen voortaan niet meer zo’n grote rol spelen bij de toekenning van zendtijd. De EO, die de meeste leden heeft, profiteert optimaal van deze verdeling. Voortaan zal ook gekeken worden welke functie een omroep vervult en welke groepen zij bereikt. Toch is ds. Van der Veer niet beducht dat de EO slechter af is met de nieuwe regeling. „Wij kunnen erg goed duidelijk maken dat we groepen bereiken die anders niet bereikt zouden worden.”

De kabinetsplannen lijken voor de jongerenomroep BNN gunstig uit te pakken. Het voortbestaan van deze omroep hangt aan een zijden draadje, omdat de Eerste Kamer weigert een wetsvoorstel goed te keuren dat de verlaging van de verplichte ledentallen van omroepen (van 300.000 naar 150.000) regelt. De senaat oordeelde dat dat voorstel „gelegenheidswetgeving” is, enkel bedoeld om BNN te redden. Met de aankondiging van de grondige discussie hoopt het kabinet dat dat bezwaar is weggenomen.

Het kabinet besloot tot de discussie omdat Rinnooy Kan oordeelde dat de individuele omroepen wel goed presteren, maar dat zij niet goed samenwerken. De raad van bestuur van PO heeft te weinig armslag. Die raad, onder leiding van voorzitter H. Bruins Slot, krijgt nu een heldere regierol op de radio- en tv-netten. Het kabinet vindt de maatregelen nodig om „knelpunten in het programma-aanbod en het publieksbereik op te lossen.”

TROS-voorzitter Karel van Doodewaerd voorziet dat er uiteindelijk „een soort van staatsomroep” overblijft. „Dit is heel slecht voor de burger.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer