Kerk & religie

„Christenen nemen heidense noties van liefde over”

Een actuele christelijke visie op huwelijk en seksualiteit. Dat biedt de recent verschenen bundel ”Marriage, Family and Relationships”.

Prof. dr. J. Hoek
11 November 2017 19:51Gewijzigd op 16 November 2020 11:56
beeld Fotolia
beeld Fotolia

De Tyndale Fellowship for Biblical and Theological Research belegde vorig jaar in juli een conferentie over huwelijk, gezin en relatievormen. Tijdens deze bijeenkomst konden christelijke wetenschappers –die in een tijd van grote verschuivingen in de seksuele ethiek willen vasthouden aan de aloude christelijke visie op huwelijk en seksualiteit– met elkaar discussiëren en hun onderzoeksresultaten delen. Er werden niet minder dan vijftig papers gepresenteerd, waarvan er zestien zijn opgenomen in deze bundel.

Daniël Block schrijft over wat hij noemt de „patricentrische” visie op het gezin volgens het Bijbelboek Deuteronomium. Hierbij staat niet in de eerste plaats de autoriteit, maar met name de verantwoordelijkheid van de man en vader centraal. Katy Smith gaat in op de seksuele ethiek in Leviticus, waarbij de scheppingsorde inzake intermenselijke relaties wordt onderstreept. Rosalind Clarke biedt een evenwichtige benadering van het boek Hooglied. Andy Angel bespreekt de vraag welke plaats seksualiteit innam in het leven van Jezus als God op aarde. De exegetische en hermeneutische vragen rond 1 Korinthe 7 worden in een tweetal bijdragen aan de orde gesteld (Sarah Whittle en Barry Danylak). Ian Paul gaat in op de vraag wat de implicaties zijn van Jezus’ uitspraak dat er na de opstanding uit de dood geen sprake meer zal zijn van het huwelijk. Nicholas Moore onderzoekt de actuele betekenis van Hebreeën 12:5-13 voor de christelijke opvoeding.

David Instone-Brewer belicht Jezus’ onderwijs inzake seksuele ethiek, zoals overgeleverd door Mattheüs. Aan rabbijnse en andere joodse bronnen ontleent hij dat men er weet van had dat sommige mensen homoseksuele gevoelens kenden en dat concrete waarschuwingen werden geven om verleidingen op dit gebied te weerstaan. Onesimus Ngundu geeft een historisch overzicht van christelijke huwelijkswetten en gewoonten, met een evaluatie vanuit Afrikaans perspectief.

Andrew Goddard gaat in op de poging van Robert Song om ruimte te scheppen voor homoseksuele relatievormen. Volgens Song is het huwelijk er sinds de komst van Christus fundamenteel anders uit komen te zien en kunnen nu ook homoseksuele relaties onder deze noemer vallen. In plaats van de tegenstelling tussen homoseksueel en heteroseksueel, komt nu het onderscheid tussen al dan niet op voortplanting gerichte relaties (”procreative and non- procreative covenants”) naar voren. Deze visie wordt door Goddard op Bijbelse gronden bestreden.

Andrew Sloane behandelt theologische vragen rond de erkenning van verschillende vormen van genderdysforie. Aangrijpend is de bijdrage van Elaine Torkey over het wereldwijde misbruik van vrouwen (ze schreef eerder het indrukwekkende boek ”Scars across Humanity”).

Celibaat

De bijdragen van Stephen Holmes, Andrew McGowan en Oliver O’ Donovan springen er wat mij betreft uit in kwaliteit en principieel belang. Stephen Holmes probeert de diepere achtergrond te peilen van de radicale veranderingen in de seksuele ethiek, zoals deze niet alleen in de maatschappij in het algemeen, maar ook breed binnen christelijke kerken heeft plaatsgevonden. In de eerste eeuwen van de christelijke kerk stond celibatair leven hoog aangeschreven als een bijzonder passende levensvorm in het licht van de opstanding van Christus. In onze post-Freudiaanse tijd wordt seksueel actief zijn echter als essentieel voor menselijk welzijn (”human flourishing”) beschouwd. Wie seksueel niet aan zijn of haar trekken komt, leeft onder de menselijke maat.

Hier staan Bijbelse en seculiere visies diametraal tegenover elkaar. Waar seksuele activiteit zo hoog wordt aangeslagen, wordt een appel op homoseksuele mensen om celibatair te leven als wreed, ja als inhumaan beschouwd. Volgens Holmes zijn ook behoudende christenen al ver meegegaan in het overnemen van heidense, romantische noties van liefde en huwelijk, terwijl een meer bescheiden opvatting van de huwelijkse staat en een hogere waardering voor het ongehuwde, celibataire leven noodzakelijk zijn om een geloofwaardig getuigenis mogelijk te maken.

McGowan onderstreept met een beroep op de vorig jaar plotseling overleden dogmaticus John Webster dat een theoloog de traditie van de kerk zeer serieus moet nemen en niet zomaar aan de kant kan schuiven wat bijvoorbeeld Augustinus, Luther en Calvijn over huwelijk en seksualiteit hebben geleerd. Wie zich klakkeloos op moderne inzichten beroept, vergeet kennelijk dat de god van deze eeuw de zinnen heeft verblind (2 Kor. 4:4). We dienen de effecten van de zonde te verdisconteren en ons daarom niet ongebroken op onze eigen gevoelens en inzichten te beroepen om zo de Bijbelse waarheid inzake seksualiteit te verwerpen.

O’Donovan verbindt de leer van het huwelijk met de scheppingsleer. Hij laat ruimte voor pastorale accommodatie teneinde in de weerbarstige werkelijkheid noodverbanden te leggen en met mensen een weg te zoeken Maar er is volgens hem geen enkele basis voor een revolutionaire afwending van wat de kerk der eeuwen inzake de uniciteit van het huwelijk tussen man en vrouw en seksualiteit in het algemeen heeft geleerd.

Cultuurkritisch

De verschillende opstellen helpen, zij het in meerdere of mindere mate, om als christen een tegencultuur te vormen. Dat wil zeggen: om ons niet te laten meedrijven op de hoofdstroom van denken en doen in een geseculariseerde cultuur. Tegelijkertijd dient de kerk aan de nodige zelfkritiek te doen en helder te onderscheiden tussen wat in de praktijk van huwelijk, gezin en relatievormen werkelijk ontleend is aan Gods openbaring en anderzijds wat aan latere culturele ontwikkelingen is toe te schrijven. De onveranderlijke christelijke overtuigingen dienen eigentijds gepresenteerd te worden in een voortdurend veranderende culturele context.

Marriage, Family and Relationships. Biblical, doctrinal and contemporary perspectives, Thomas A. Noble, Sarah K. Whittle en Philip S. Johnston (ed.); uitg. Apollos (Inter Varsity Press), London, 2017; ISBN 976 1 78359 539 6; 291 blz.; £17,99.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer