Kerk moet terughoudend omgaan met trouwvieringen
Rond huwelijken zijn het burgerlijk recht en het kerkordelijk recht van veel kerken behoorlijk uiteen gaan lopen, stelt mr. Willemien L. Riezebos-Tessemaker.
Door de Reformatie veranderde het huwelijk van een sacrament in een, zoals ons Burgerlijk Wetboek zegt, ”burgerlijke betrekking” (BW 1:30).
Hoewel het huwelijk in de protestantse traditie geen sacrament is, wordt er wel op sacrale wijze mee omgegaan. In veel gevallen moeten de huwelijkspartners aan een aantal voorwaarden voldoen en krijgt de viering een plechtig karakter met een formulier, een knielbank en een zegen.
Inzegenen
In de aanloop naar de komende synodevergadering van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) werd in Amsterdam een studiedag over relaties, kerk en zegen gehouden (RD 31-10).
In de kerkorde van de PKN wordt onderscheid gemaakt tussen het ”zegenen” en het ”inzegenen” van een relatie. Het inzegenen is kerkordelijk voorbehouden aan een huwelijk tussen man en vrouw. Voor andere relaties is een liturgische zegening mogelijk. Huwelijken tussen mensen van gelijk geslacht of alternatieve samenleefvormen komen kerkordelijk niet in aanmerking voor inzegening.
In het Burgerlijk Wetboek is nauwelijks sprake van onderscheid tussen een huwelijk en een geregistreerd partnerschap. Zowel bij een huwelijk als bij een geregistreerd partnerschap gaat het om een verandering van de burgerlijke staat en spreken we dus van een publieke verbintenis. Beide vormen hebben rechtsgevolgen voor erf- en afstammingsrecht en gelden zowel voor man/vrouw als voor man/man en vrouw/vrouw. Vaak wordt gesproken over een ”homohuwelijk”, alsof dat iets anders is dan een huwelijk tussen man en vrouw, maar in Nederland is er geen sprake van een onderscheid.
Het huwelijk is in 2001 opengesteld voor twee personen ongeacht het geslacht. Iedereen die een huwelijk aangaat, doet dat daarom onder dezelfde voorwaarden.
Het burgerlijk recht en het kerkordelijk recht van veel kerken, ook dat van de PKN, zijn daarmee behoorlijk uiteen gaan lopen. Kerken kunnen, omdat zij volgens het Burgerlijk Wetboek (BW 2:2) worden geregeerd door hun eigen statuut, een eigen definitie hanteren over wat volgens hen een kerkelijk huwelijk is. Zij kunnen de keuze maken om een huwelijk van personen van gelijk geslacht kerkelijk anders te behandelen dan een verbintenis tussen man en vrouw.
Achterhaald
Tijdens de studiedag in Amsterdam ging het onder andere over het al dan niet wenselijk zijn van een onderscheid tussen zegenen en inzegenen. Hoewel het onderscheid tussen zegenen en inzegenen mijns inziens gekunsteld is, moet er met een trouwviering in de kerk terughoudend worden omgegaan.
Een huwelijk of geregistreerd partnerschap wordt gesloten voor de burgerlijke overheid. Daar vindt de juridische verandering van burgerlijke staat plaats. Niet in de kerk. Door de sacrale vorm van een huwelijksdienst, met soms de achterhaalde formulering ”bevestiging en inzegening”, wordt in de protestantse kerken voorbijgegaan aan de burgerlijke betekenis van het huwelijk.
Volgens het Wetboek van Strafrecht (artikel 449) is het verboden een ”godsdienstige plechtigheid” te houden voordat een burgerlijk huwelijk gesloten is. Deze bepaling, die niet geldt voor samenwonen en merkwaardig genoeg ook niet voor het geregistreerd partnerschap, is bij de meeste kerkgenootschappen bekend en men houdt zich er ook aan.
Zwangerschap
Zodra men echter een informele samenlevingsvorm in een moskee tot stand probeert te brengen, is er sprake van een ”illegaal huwelijk” en is (seculier) Nederland te klein. In 2014 kwam het zelfs tot een veroordeling door het gerechtshof in Den Haag. Hier speelt vooral de angst voor huwelijksdwang, vanwege de ondergeschikte positie van de vrouw binnen de islam.
Door de Wet tegengaan huwelijksdwang zijn gedwongen kindhuwelijken sinds 5 december 2015 niet meer mogelijk. Door het in werking treden van deze wet kan een huwelijk pas gesloten óf erkend worden als beide huwelijkspartners de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt. Daarmee is ook de uitzondering in geval van zwangerschap vervallen.
Hoewel de Gereformeerde Bond binnen de PKN het zegenen van alternatieve relaties en een huwelijk tussen personen van gelijk geslacht afkeurt, werd in De Waarheidsvriend (29-07-2016) ineens verwezen naar de ordinantie over het zegenen. In geval van zwangerschap zou dan wel een zegening plaats kunnen vinden. De Wet tegengaan huwelijksdwang wordt op deze manier echter ondermijnd, weliswaar niet in strikt juridische zin maar wel in moreel opzicht.
Sinds het aantreden van paus Franciscus lijkt op het gebied van het huwelijk de kloof met de Rooms-Katholieke Kerk niet meer zo diep. De paus heeft in zijn encycliek ”Amoris Laetita” veel mooie dingen over liefde en barmhartigheid gezegd. Maar aan de formele leer is niets veranderd: een huwelijk is in de Rooms-Katholieke Kerk nog steeds een sacrament tussen een man en een vrouw.
Definitie
In het kader van Reformatie, oecumene, kerk en overheid heeft de synode van de PKN, inclusief de Gereformeerde Bond, dus nog het nodige te bespreken. Daarbij moet goed in het oog gehouden worden wat de overheid in juridische zin onder een huwelijk, een geregistreerd partnerschap en alternatieve relaties verstaat en welke definitie en betekenis de kerken daaraan geven.
De auteur is promovenda aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Ze werkt aan een dissertatie over de verhouding tussen het kerkelijk en het burgerlijk huwelijk.