Door strijd heen
Psalm 77:20 en 21
„Uw weg was in de zee, en Uw pad in grote wateren, en Uw voetstappen werden niet bekend. Gij leidde Uw volk als een kudde, door de hand van Mozes en Aäron.”
Het is een algemeen aanvaarde waarheid dat de handelingen van God met het oude Israël een afschaduwing zijn van Gods handelingen met Zijn Kerk. Maar het is er ver vandaan dat wij een profetie ervan zouden maken, waarin wij alle bijzonderheden aangaande Gods Kerk zouden willen afbeelden. De handelingen van God met Israël dienen alleen tot een algemeen beeld van Gods wegen met Zijn volk. Toen God Israël naar Kanaän leidde, oefende Hij het door veel strijd en tegenspoed. Hij verheerlijkte Zich op een wonderlijke wijze in Zijn volk, daar Hij dit door Zijn machtige hand en uitgestrekte arm voortdurend uithielp.
Zo verheerlijkt de Heere Zich nog steeds in Zijn volk, het ware Israël. Dat leidt Hij met een machtige hand en een uitgestrekte arm uit de slavernij en de dienstbaarheid van de duivel. Dat gaat door veel tegenheden en beproevingen heen. Het gaat door de woestijn van deze wereld naar het hemels Kanaän.
Onze tekst geeft aanleiding om hiervan iets te spreken. We kijken eerst naar de samenhang en de inhoud van deze psalm. Dan zal Gods volk in het algemeen en elke ziel in het bijzonder weten hoe ieder zich heeft te gedragen in zo’n gestalte. De voorbeelden worden dikwijls onder de zegen des Heeren dienstbaar gemaakt tot voorlichting bij de strijd en de bekommernis van Gods kinderen in dit moeitevolle leven.
Jacobus Koelman, predikant te Sluis
(”Preek over Psalm 77:20 en 21”, 1673)