Vechtende veteraan is negatiever over missie
Het meemaken van gevechten tijdens een missie kleurt het beeld dat veteranen achteraf van hun uitzending hebben. Van de veteranen met gevechtservaring kijkt 58 procent positief op de missie terug, tegen ruim 70 procent van de veteranen zonder gevechtservaring, zo blijkt uit onderzoek van het Veteraneninstituut. Van de ‘vechters’ kijkt meer dan 30 procent met zowel een positief als een negatief gevoel terug, veel meer dan degenen die buiten schot bleven.
Ook ondervinden degenen met gevechtservaring vaker gezondheidsklachten (38 procent tegen 16 procent van de veteranen zonder gevechtservaring), die variëren van nachtmerries en rond de jaarwisseling niet tegen vuurwerk kunnen tot langdurige psychische problemen. Ze voelen zich minder gewaardeerd door de samenleving en de media, verlangen vaker terug naar de uitzending en ze volgen vaker het nieuws over hun missie of hun uitzendgebied.
Van degenen die betrokken waren bij gevechten denkt nog 30 procent minstens één keer per week aan de uitzending terug, bij degenen zonder gevechtservaring is dat maar 11 procent. Driekwart van de gevechtservaren veteranen is meer dan gemiddeld trots op de eigen inzet en die van zijn eenheid.
Gevechtservaring hebben militairen die tijdens hun uitzending zijn beschoten, gewond zijn geraakt, op iemand hebben geschoten of iemand hebben verwond dan wel gedood. Het gaat om veteranen die uitgezonden zijn geweest naar Libanon (1979-1985), Cambodja (1992-1993), Joegoslavië (1992-1995) en Afghanistan (2006-2010). Veteranen zonder gevechtservaring maakten tijdens hun uitzending deel uit van ondersteunende diensten, zoals kok of logistiek medewerker.
Aan het onderzoek deden 554 veteranen mee, van wie er 205 gevechtservaring hebben. Volgens het Veteraneninstituut is de enquête representatief voor de groep van 65.000 veteranen met een veteranenpas. Het onderzoek werd gedaan in het kader van de Veteranenlezing, maandagmiddag in het Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen en Museum Bronbeek in Arnhem.