Levend ganzenbord met asielzoekers in Italië
Volle asielzoekerscentra en duizenden migranten die onder penibele omstandigheden in illegale kampen bivakkeren. Ook na de recent verminderde instroom van bootvluchtelingen schiet de opvang van asielzoekers in Italië tekort. „Vorige week nog overleed er een Afrikaan die in een tentje in een illegaal kamp verbleef.”
In de havens van de Zuid-Italiaanse stad Taranto is het een en al bedrijvigheid. Naast de ingang van het noordelijk havengebied ligt vrij onopvallend een zogeheten hotspot. In dit centrum moeten bootvluchtelingen vanuit Libië zich na aankomst in Europa registreren.
Rondom de hoge omheining van de hotspot liggen her en der plastic flesjes en scheermesjes in het gras. Achter het hek bevindt zich een pad met aan de andere zijde opnieuw een afrastering. Daarachter staan grijze containers waarin de vluchtelingen verblijf houden.
Twee Afrikaanse mannen trappen, nog net zichtbaar vanaf de openbare weg, een balletje op het terrein dat is voorzien van bewakingscamera’s. Achter de toegangspoort springt een kleine glijbaan in het oog. Bewoners van de hotspot zijn er op deze dag eind oktober nauwelijks te zien.
Bij de ingang staan drie militairen. Ze spreken geen Engels en halen er een Afrikaanse medewerker bij als tolk. Hij is tweeënhalfjaar geleden vanuit Nigeria naar Europa gekomen, spreekt inmiddels Italiaans en werkt nu als vertaler in de hotspot. De jonge man bevestigt dat de locatie 400 plekken heeft, maar zegt dat het centrum voor een groot deel leegstaat. Belangrijkste oorzaak is dat het aantal bootvluchtelingen dat in Taranto aankomt, de laatste maanden door een deal tussen Italië en Libië fors is afgenomen.
De poort van de hotspot, waar onder meer vingerafdrukken van pas aangekomen migranten worden afgenomen, blijft voor het bezoek gesloten. Reden: het ontbreken van schriftelijke toestemming van het Italiaanse ministerie van Binnenlandse Zaken om het terrein te betreden. Diverse verzoeken die hiertoe zijn ingediend, heeft het ministerie uiteindelijk afgewezen.
Babel
Dat een kijkje in de hotspot niet mogelijk blijkt, verbaast Enzo Pilò niet. Hij is directeur van de vereniging Babel, een belangenorganisatie voor vluchtelingen. In een zaaltje van het kerkgebouw van de evangelische waldenzengemeente in het centrum van Taranto, waarmee Babel samenwerkt (zie ”Kerk steunt cursus pizza bakken voor vluchteling”), zegt hij dat zijn organisatie evenmin welkom is in de hotspot.
Babel werkt in de Zuid-Italiaanse provincie Taranto onder asielzoekers en vluchtelingen met een verblijfsvergunning. De 38 medewerkers bieden juridische ondersteuning, geven lessen Italiaanse taal en helpen nieuwkomers de weg naar de nodige voorzieningen te vinden. De organisatie krijgt behalve subsidie van de overheid financiële steun van de waldenzenkerken.
Babel volgt het Italiaanse asielbeleid kritisch. „We houden in de gaten hoe de staat omgaat met migranten en vluchtelingen en of hun mensenrechten niet worden geschonden”, zegt Pilò. Meer dan eens gebeurt dit toch, is de ervaring van Pilò en Osman Omar, die in 2005 uit Sudan naar Europa vluchtte en nu voor Babel werkt. Omar: „In juni vorig jaar is een groep van 45 Sudanezen vanuit de hotspot via Turijn rechtstreeks teruggestuurd naar Sudan. Ook Marokkanen en anderen uit Noord-Afrika worden soms meteen afgewezen. Zij worden op straat gezet, terwijl hun verhaal niet is gehoord.”
De Babelmedewerkers ontmoeten dergelijke migranten geregeld. Pilò: „Deze mensen hebben in de hotspot gehoord dat ze hier niet mogen blijven. Ze verlaten de locatie met een document waarop staat dat ze het land moeten verlaten. Dan staan ze met lege handen op straat, zonder rechten.”
Ganzenbord
Veel bootvluchtelingen willen niet in Italië blijven en proberen door te reizen naar bijvoorbeeld Frankrijk. Op grond van het zogeheten Dublinakkoord kunnen ze daar geen asiel aanvragen, omdat ze al in Italië zijn geweest. Pilò: „Als ze worden opgepakt, stuurt Frankrijk hen terug naar Italië. Hier belanden ze opnieuw in de hotspot, waarna ze een dag later weer op straat staan. Sommigen hebben al zeven keer geprobeerd elders in Europa asiel aan te vragen. Het is net een soort ganzenbord, waarbij ze een paar stappen vooruit zetten en dan weer terug moeten naar af.”
Nogal wat bootvluchtelingen uit onder meer Noord- en West-Afrika komen uit gebieden waar geen oorlog is. Op grond van het VN-Vluchtelingenverdrag komen ze niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning. Toch is dat, aldus Omar, geen reden om hen rechtstreeks terug te sturen. Stellig: „Iedereen die aankomt, heeft het recht asiel aan te vragen. Een commissie moet over die aanvraag beslissen, nadat het verhaal is gehoord. Dat wordt de mensen vaak niet duidelijk gemaakt.”
Pilò knikt. „Niemand mag puur op grond van zijn nationaliteit worden teruggestuurd zonder dat zijn individuele aanvraag is beoordeeld. Soms krijgen mensen die wij aan een advocaat helpen na een inhoudelijke beoordeling van hun zaak toch nog een verblijfsvergunning.”
Prostitutie
Sommige asielzoekers verblijven tijdens hun procedure in illegale kampen omdat de officiële azc’s vol zijn, zegt Omar. Hij vertelt van een Ghanees met diabetes die bivakkeerde in een tent in een kamp nabij de stad Cerignola. Zijn tentje werd afgelopen week door een storm weggevaagd, waarna hij aan onderkoeling zou zijn overleden. „Vorig jaar is een man uit Senegal eveneens in een tentje gestorven, in een ander kamp.”
Schrijnend noemen de Babelmedewerkers ook de situaties van Nigeriaanse vrouwen die in Italië in de ondoorzichtige wereld van de illegale prostitutie belanden. Pilò: „Mensensmokkelaars beloven hun een goede baan in Europa. Na aankomst in Italië komen ze gedwongen in de prostitutie terecht. Als de vrouwen tegenwerken, zeggen de smokkelaars dat hun familie thuis wordt bedreigd. Dit is een groot probleem in heel Italië.”
Omar: „Veel van deze vrouwen hebben in Libische kampen ook al met geweld te maken gehad toen ze wachtten op de boot naar Italië. Meer dan eens zijn ze zwanger als ze hier aankomen.”
Wachtlijst
Ook Donatella Tanzariello kent schrijnende verhalen over vluchtelingen en migranten in Italië. De asieladvocaat houdt kantoor in Lecce, een stad ten zuiden van Taranto. Ze behartigt de zaken van zo’n 350 vluchtelingen en asielzoekers. Een deel van hen verblijft buiten de officiële opvanglocaties. „We hebben niet voldoende opvangcapaciteit.”
Als mensen Italië binnenkomen en er geen plaats is in een opvangcentrum, komen ze op een wachtlijst en belanden ze vanuit de hotspot op straat. „Ze moeten een telefoonnummer achterlaten, zodat ze gebeld kunnen worden als er plek is. In de tussentijd moeten ze zelf onderdak zoeken en bijvoorbeeld een kamer huren. De overheid geeft geen geld voor voedsel, kleding en onderdak. Een deel van deze mensen komt in illegale kampen terecht, slaapt op straat of in een station. Soms zijn er organisaties die hen helpen.”
De grootste groepen cliënten van Tanzariello komen uit Nigeria en Pakistan. Vrijwel altijd wordt hun asielaanvraag in eerste instantie afgewezen, waarna ze tegen deze beslissing in beroep gaan. „Een groot deel krijgt later alsnog een verblijfsvergunning. De politieke en sociale situatie in het noorden van Nigeria bijvoorbeeld is niet stabiel. Veel asielzoekers die daarvandaan komen, krijgen na een uitspraak van de rechter vijf jaar humanitaire bescherming, wat betekent dat ze die periode hier mogen blijven.”
Italië kent twee soorten opvangcentra waar asielzoekers na hun registratie in de hotspot terechtkomen. Als hun asielaanvraag in behandeling is, verblijven ze in een centrum voor eerste opvang, waar ze soms naar school kunnen. Degenen die een verblijfsvergunning krijgen, komen terecht in een centrum voor tweede opvang: Sprar, een Italiaanse afkorting voor een project dat bescherming biedt aan vluchtelingen en asielzoekers.
Tanzariello: „Hier verblijven mensen zes maanden. Ze gaan naar school, leren hoe ze documenten moeten regelen, een huisarts kunnen zoeken en dergelijke. Na die periode moeten ze woonruimte en werk zoeken. Normaal gesproken krijgen ze daarbij begeleiding. Vaak ontvangen ze geld om de eerste twee of drie maanden huur van een appartement te betalen. Na drie maanden houdt het integratieprogramma op.”
Beter leven
De asieladvocaat erkent dat een aanzienlijk deel van de migranten economisch vluchteling is. „Ik heb veel cliënten uit landen waar geen oorlog is. Ze verlieten hun land om een beter leven te krijgen en geld voor hun familie te verdienen. Omdat ze niet op een reguliere manier hierheen kunnen reizen om te werken of te studeren, zijn ze gedwongen als vluchteling te komen.”
In zulke situaties kijkt Tanzariello eveneens wat ze voor migranten kan betekenen. „Als ze niet uit oorlogsgebied komen, kunnen er toch elementen in hun persoonlijke verhaal zitten op grond waarvan ze hier mogen blijven. Mensen die uit heel moeilijke omstandigheden komen, kunnen voor twee jaar om humanitaire redenen bescherming krijgen. Denk aan personen die erg zwak zijn door alles wat ze op de route van Nigeria via Libië naar Italië hebben meegemaakt. Sommigen zijn onderweg bedreigd of hebben gevangengezeten.”
Wanneer een asielaanvraag definitief is afgewezen, lukt het de overheid vaak niet betrokkenen uit te zetten naar het land van herkomst, zegt Tanzariello. „Ze krijgen dan een brief mee waarin staat dat ze Italië moeten verlaten.” Meer dan eens geven ze geen gehoor aan die oproep en blijven ze illegaal in het land. „Soms vragen ze na verloop van tijd opnieuw asiel aan, als ze bijvoorbeeld nieuwe elementen kunnen inbrengen in hun verhaal of nieuwe documenten hebben die hun asielverzoek ondersteunen.”
Geweld in Libië
Het aantal bootvluchtelingen dat in Italië arriveert, is sinds juli met duizenden per maand afgenomen. De afgelopen twee weken ging het om respectievelijk 1476 en 136 (23 tot 29 oktober). Tanzariello schrijft de daling toe aan een akkoord met militaire krachten in Libië om de vluchtelingenstroom in te dammen. „Italië investeert miljoenen in hulp aan onder anderen Libische marineofficieren om boten van mensensmokkelaars tegen te houden. Libische officieren worden hiervoor getraind en ze krijgen ter plekke hulp van Italianen. Dat blijkt te werken.”
Tanzariello is niet onverdeeld positief over het effect van de maatregelen. „De situatie in Libië is niet stabiel. Veel vluchtelingen hebben het er zwaar. Mensenrechtenorganisaties vragen niet voor niets aandacht voor het geweld waarmee vluchtelingen in Libië te maken hebben.”
Dit is de eerste aflevering van een serie over vluchtelingen en migranten in het zuiden van Italië.
Kerk steunt cursus pizza bakken voor vluchteling
Zorg voor vluchtelingen en asielzoekers vindt ds. Bruno Gabrielli uit het Italiaanse Brindisi belangrijk. Hij is predikant van de evangelische waldenzenkerken in Brindisi en Taranto. De laatste telt krap vijftig leden, inclusief kinderen. De streekgemeente in Brindisi is nog kleiner. Een Afrikaanse gemeente maakt op zondag gebruik van het kerkgebouw van de waldenzen in die stad. „Het mooiste zou zijn als we samen dienst zouden houden, maar door de taal- en cultuurverschillen is dat lastig.”
De kleine omvang van beide gemeenten maakt het moeilijk om veel voor vluchtelingen te betekenen. Toch wil de kerk waar mogelijk haar verantwoordelijkheid nemen. Zo vertelt ds. Gabrielli dat in de leegstaande pastorie –een appartement– in Taranto kwetsbare vluchtelingen tijdelijk worden opgevangen. Het betrof de afgelopen tijd een Palestijns gezin uit Syrië, een Pakistaans gezin, een jong gezin uit Albanië en een vrouw uit Kameroen. De selectie vindt plaats door een externe instantie.
Ook biedt de kerkelijke gemeente in Taranto de organisatie Babel, die asielzoekers en vluchtelingen ondersteunt, de mogelijkheid in een zaal van de kerk taallessen te geven. De eerste verantwoordelijkheid voor die lessen ligt bij de overheid, erkent Babeldirecteur Pilò. „In theorie moeten de taallessen in de opvangcentra plaatsvinden, maar dat gebeurt niet overal. Bovendien vinden wij het beter om ze buiten de centra te geven, omdat dit de integratie bevordert.”
Deze donderdagmiddag schuiven tien Afrikaanse mannen, afkomstig uit onder meer Nigeria, Gambia en Guinee, aan om Italiaans te leren. Docent is de uit Roemenië afkomstige Olimpia Chereches, die voor Babel werkt. Ook voor andere activiteiten gebruikt de organisatie een ruimte van de kerk. Ds. Gabrielli noemt als voorbeeld de cursus pizza bakken. „In deze zaal krijgen de vluchtelingen theorieles, daarna gaan ze naar een pizzeria voor de praktijk.”
De predikant legt uit dat Italiaanse kerken via een belastingregeling jaarlijks een bijdrage van het rijk ontvangen. „We gebruiken dit geld niet voor onze predikanten of gebouwen, want we willen geheel onafhankelijk zijn van de overheid. Het geld uit de kerkbelasting reserveren we voor steun aan diverse organisaties. Zo maken we onder meer enkele projecten van Babel mogelijk.”