De eerste twintig jaar van zijn bestaan deed de zeldzame Land Rover Serie I van de broers Oscar (59) en Marcel (50) de Haan dienst op het vliegveld van Teuge. Daar werd de Brit gebruikt om vliegtuigen uit de hangaar te slepen. Fokker was destijds eigenaar van het voertuig. En tegenwoordig verheugen de broers De Haan zich over ieder ritje.

De uit 1957 afkomstige Land Rover 88 pick-up, zoals de auto officieel heeft, valt op door zijn compacte bouw. Het cijfer in de naamgeving geeft in inches de chassislengte aan. De allereerste Land Rover was een 86 en het laatste model dat in 2016 van de band liep betrof een verlengde 110. Er heeft zelfs een 130 bestaan.

Een blik op de teller leert dat de origineel gebleven vroege Land Rover van de broers De Haan een goede 74.000 kilometer heeft gereden. Wat wil je met een leven als vliegtuigtrekker. Oscar: „We weten niet zo heel veel over het leven na Teuge. De eerste particuliere eigenaar heeft er weinig mee gereden en de tweede eigenaar nam ’m één vakantie mee. Daarna was zijn vrouw de auto beu. Van de derde bezitter is weinig bekend en daarna kwam onze auto terecht bij een Land Roverspecialist die hem als eyecatcher in de showroom plaatste. Daar hebben mijn broer en ik de auto vorig jaar juni gekocht.”

Uniek

Oscar heeft een verleden met Land Rovers: „Mijn eerste auto was midden jaren 70 een type 109 waarmee we veel op vakantie zijn gegaan. Achterin maakte ik een bed, zodat de auto meteen een soort camper was. Toen er kinderen kwamen, kochten we een Land Rover 110, en later volgden een Range Rover en twee Discovery’s. In 2010 kocht ik een moderne Defender, maar als ik nu naar de Serie I kijk, dan voel ik de nostalgie.”

Het vinden van een goede Serie I is geen sinecure. Oscar en Marcel hebben er af en toe eentje te koop zien staan, die echter zelden naar de zin was. Oscar: „Totdat ik vorig jaar dit exemplaar op internet in het vizier kreeg. Meteen met de garage gebeld. De eigenaar vertelde me dat er veel interesse was. Maar deze keer wilde ik niet misgrijpen, dus ik bood aan vooraf een aanbetaling te doen. Daarna ben ik gaan kijken en rijden en werd de koop gesloten. Puristen wijzen bij dit exemplaar op enkele details die ooit zijn gewijzigd en niet helemaal volgens fabrieksspecificatie zijn. Maar los daarvan is dit een van de weinige origineel Nederlandse exemplaren in een zo goed als originele, niet overgerestaureerde staat. Dat maakt ’m uniek.”

Alhoewel de broers niet direct een sleutelobject zochten, vonden ze het niet erg om eventueel wat te moeten doen aan de wagen. Oscar: „Vroeger reed ik doordeweeks met mijn Land Rover en sleutelde ik er in het weekend aan om de boel rijdend te houden. Ik ben al heel lang lid van de Land Rover Club en doe ook weleens mee aan terreinritten. Maar nee, ik ga niet voor modder aan de binnenkant. Dat gaat me te ver. Mijn vrouw Annemiek vindt het overigens ook leuk om in deze auto te rijden.”

Wie op zoek gaat naar een Serie I zal merken dat deze oude types niet dik gezaaid zijn. Ze zijn gewoon zeldzaam. De taxateur die de Land Rover van Oscar en Marcel op waarde schatte, vertelde de huidige eigenaars dat er in deze originele staat nog zo’n vijf exemplaren op Nederlands kenteken bekend zijn. De belangstelling voor de echte Land Rover is zo groot dat ook de prijzen van de nieuwe Defenders in de lift zitten.

Hobbelig

Tijd om te gaan rijden. Goedmoedig slaat de benzinemotor aan –4 cilinder, 2-literzijkleppen– en hij loopt meteen goed rond, eerst op de choke, daarna zonder deze hulp. De prestaties zijn zoals verwacht. Het meten van acceleratiecijfers heeft geen zin. De auto is gemaakt om te werken, en daarbij horen geen topprestaties op de verharde weg. Hobbels en iedere oneffenheid duidelijk doorgevend sukkelt de Serie I over het platteland. Bij zo’n 65 km/u lijkt de techniek het wel mooi te vinden. Een snelheid van 80 km/u is ook nog wel mogelijk, maar dan vergaan horen en zien je. Dan slaat Oscar linksaf een hobbelige zandweg in. De snelheid gaat uiteraard flink terug en ineens blijkt de zestig jarige Land Rover opvallend comfortabel. Nu pas komt de ware aard van het beestje boven. Hier is de auto voor gemaakt. Dankzij de permanente vierwielaandrijving en het lage gewicht van 1260 kg moeten de omstandigheden wel heel extreem zijn wil de auto z’n doel niet bereiken. Land Rovers zijn vanaf de conceptfase ontwikkeld om overal en nergens onder welke klimatologische omstandigheden dan ook te geraken en ook weer terug te komen. En dat doet zo’n oud beestje nog steeds.

Historie Land Rover

De allereerste Land Rover beleefde op 30 april 1948 zijn wereldprimeur op de AutoRAI in Amsterdam. De eerste serie, die overigens pas bij de lancering van de Serie II tot Serie I werd gedoopt, werd tussen 1948 en 1958 geproduceerd. Daarna kreeg de Land Rover een flinke facelift. De eerste types zijn onder meer te herkennen aan volledig vlakke portieren, terwijl de latere modellen net onder de ruiten iets inspringen. De constructie van vooral aluminium is doordacht en eenvoudig. Een Land Rover is gemaakt om de mens en zijn eventuele goederen overal en nergens te brengen. Alhoewel de laatste varianten van de nodige luxe waren voorzien, wordt daar in de Serie I tevergeefs naar gezocht. Met klinknagels zijn de carrosseriepanelen aan elkaar vastgemaakt. Met touwen zit de huif aan de carrosserie gesjord, de grille lijkt van kippengaas en het reservewiel ligt op de neus. Eenvoud troef.

En de koplampen? Die zaten vanaf het begin in de grille, behoorlijk dicht op elkaar. Vanaf 1968 verhuisden ze naar de spatborden in verband met een aangescherpte Europese wetgeving die een minimale afstand tussen de koplampen voorschreef. In 1990 laceerde Land Rover de naam Defender, waarna het model rustig verder evolueerde op het gebied van techniek en voorzieningen. In februari 2016 liep het laatste exemplaar van de band, na ruim 2 miljoen stuks.

Restauratie Serie I door de fabriek

De Land Roverfabriek restaureert 25 exemplaren van de Serie I en levert deze aan klanten in de gewenste kleur en uitvoering af. De auto’s worden zelfs met één jaar garantie verkocht. Het merk zoekt en vindt exemplaren uit de eerste generatie overal in de wereld. Deze auto’s komen terug in Solihull, waar ze oorspronkelijk werden geproduceerd.

Het eerste gerestaureerde exemplaar sleet zijn leven op een boerderij in Australië. De auto raakte in onbruik, maar na restauratie gaat zijn leven gewoon door. Ieder restauratieobject ondergaat een historische check om het betreffende exemplaar volledig naar fabrieksspecificaties terug te kunnen brengen. De klant kan kiezen uit een van de vijf originele lakkleuren. De specialisten van Land Rover behouden zo veel mogelijk originele details en vervangen alleen iets als het strikt noodzakelijk is. Het interieur wordt gestript en weer opgebouwd met materialen die ook in de jaren 50 werden toegepast. Uiteraard wordt de motor volledig gereviseerd en tot slot worden alle uiterlijke details naar het origineel teruggebracht. De prijs van een zogenaamde Land Rover Series I Reborn: 70.000 tot 90.000 euro.