Wie door het grote stationsgebouw loopt, zou denken dat de metro elk moment kan gaan rijden. „Maar er is meer nodig dan een mooi station en karretjes die kunnen rijden”, vertelde Litjens. „Het moet ook op een veilige manier gebeuren en dat is een complexe materie.” De komende maanden wordt dan ook nog volop getest op het toekomstige traject van noord naar zuid.

De komst van de metro zorgt voor een flinke ontlasting van het busverkeer in de stad. Als de Noord-Zuidlijn in bedrijf gaat, rijdt 70 procent van de bussen vanuit het noorden, zoals Purmerend en Volendam, niet meer naar Centraal Station maar naar het beginpunt van de metrolijn en de halte Noorderpark. Vanaf daar reizen de passagiers door naar de rest van de stad. Dat geldt ook voor de zuidkant van de stad. Daar eindigt straks de helft van de bussen uit bijvoorbeeld Uithoorn en Aalsmeer en de andere helft stopt bij de Appeltjesmarkt in de Jordaan.

Het nieuwe station biedt verder plek aan vierhonderd P&R-parkeerplekken en kan 1300 fietsen herbergen. „Dit gebied werd altijd meewarig bekeken, maar over vijf jaar is dit een bruisend stuk van de stad”, aldus de wethouder.

Litjens reageerde ook op berichtgeving over mogelijke problemen bij de bouw van het toekomstige megaproject Zuidasdok. Nadat eerder bekend werd dat het nieuwe treinbeveiligingssysteem niet zoals verwacht gelijk over het hele metronet kan worden ingebouwd, werd besloten dit alleen voor de Noord-Zuidlijn te doen om verdere vertraging te voorkomen. Nu blijkt dat de aanleg op het bestaande netwerk mogelijk samenloopt met werk aan het Zuidasdok. Volgens Litjens wordt nu gekeken naar een oplossing. „Het is geen ideale situatie, maar die zijn er niet altijd.”