Eenverdiener
Na een lang intermezzo over de dividendbelasting, waarvan –behoudens de VVD– niemand de rationale lijkt te begrijpen, gaat Rutte dan eindelijk naar het volgende onderwerp: de koopkracht. De premier herhaalt dat alle groepen tijdens deze nieuwe kabinetsperiode hun koopkracht zien stijgen.
Afzonderlijk gaat hij in op de positie van eenverdieners. Volgens Rutte vormen alleenverdieners met een modaal inkomen de groep die er het meest op vooruitgaat (met 2,1 procent). De situatie dat een eenverdiener die 40.000 euro verdient, komend jaar tot wel 8517 euro méér belasting betaalt dan een tweeverdienersgezin waarin diezelfde 40.000 euro gezamenlijk wordt verdiend, laat hij echter onbesproken, terwijl de SGP, de ChristenUnie en Forum voor Democratie die „kloof” tussen een- en tweeverdieners gisteren wel benoemden.
Van der Staaij komt dan ook naar voren voor een interruptie. De SGP’er erkent dat zeker de eenverdiener met kinderen er de komende jaren op vooruit gaat. „Maar nog steeds betaalt een eenverdiener die 40.000 euro in zijn eentje verdient elke maand 700 euro méér belasting dan zijn buren die deze 40.000 euro samen verdienen.” Van der Staaij wil daarom weten of Rutte óók van plan is om de kloof, die desondanks nauwelijks kleiner wordt, verder terug te dringen.
Rutte geeft aan het probleem te zien. „Ik denk dat we met elkaar moeten blijven zoeken naar methoden om dat te doen.” Opnieuw benadrukt hij dat eenverdieners met kinderen er fors op vooruit gaan. „Zij betalen in 2021 1500 euro minder belasting, terwijl ze 300 euro meer kinderbijslag krijgen en 1400 euro meer kindgebonden budget.” Dat de kloof tussen een- en tweeverdieners desondanks niet kleiner wordt, komt volgens hem omdat er structureel een aantal zaken blijven doorlopen, zoals de afbouw van de algemene heffingskorting voor de niet-werkende partner. Van der Staaij stelt deze discussie met het kabinet te willen vervolgen tijdens het debat over het Belastingplan en de algemene financiële beschouwingen.