Achterdeursloten vaak slecht
Nederlandse achterdeuren zijn voor het overgrote deel slecht beveiligd, zo blijkt uit onderzoek van de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken. Bijna negen van de tien deuren zijn moeiteloos binnen drie minuten door een inbreker open te breken.
Een kwart van de achterdeuren heeft zelfs zulk zwak aluminium beslag, vaak herkenbaar aan schroefjes aan de buitenkant, dat een inbreker met een schroevendraaier en tang binnen de minuut binnen staat.
„Mensen draaien de achterdeur vaak netjes op het nachtslot als ze slapen of niet thuis zijn, maar ze hebben er geen idee van, dat het voor een inbreker dan toch een fluitje van een cent is om binnen te komen”, aldus Coen Staal, voorzitter van de Nationale Inbraakpreventie Weken.
Ook bij zwaarder, stalen veiligheidsbeslag hebben inbrekers maar een paar minuten nodig. Daar hanteren ze namelijk een andere methode: het zogenaamde cilindertrekken, die op ruim de helft van de achterdeursloten toegepast kan worden.
De methode is een paar jaar geleden door professionele inbrekers geïntroduceerd en wordt steeds vaker toegepast. Bij deze methode schroeft hij een stalen schroef in de cilinder en plaatst er een cilindertrekker op. Hierna wordt zo veel kracht op de cilinder uitgeoefend, dat hij op het zwakste stukje, in het midden, afbreekt.
De stichting Nationale Inbraakpreventie Weken heeft als doel woningbezitters meer bewust te maken van goede inbraakpreventie en werkt nauw samen met Ministerie van Veiligheid en Justitie en het Verbond van Verzekeraars.