„Luther of Luther King?”
Amsterdam bruist. Hordes toeristen sjouwen het Damrak over, óp naar de najaarskermis op de Dam. Weten ze ook iets van de monnik Luther, van de Reformatie?
Woensdagmorgen. Het oude gebouw van het Centraal Station schittert in de najaarszon. Brando, de loodgieter, gaat „nieuwe leitjes” leggen op het stationsdak. Of hij van de Reformatie heeft gehoord? „Reformatie… Reformatie… Heeft dat iets met de kerk te maken? Volgens mij ging het over Luther en Calvijn, twee stromingen, die oorlog voerden met elkaar. Ik herinner me iets van de Beeldenstorm. Op de lagere school hebben ze ons daar wel iets over verteld.”
Bij de uitgang van het station staat een oudere heer. Anthony is de naam. Hij weet wie Luther was: „Hij had kritiek op de roomse kerk, wilde weliswaar geen afscheiding, maar dat is er toch van gekomen.” Anthony is zeer geïnteresseerd in alles wat met geschiedenis te maken heeft. Hij leest dagblad Trouw, is al eens in Rome geweest, maar moet ook nog eens naar Wittenberg, zegt hij.
De rondvaartboot
Amsterdammers praten graag. Zo niet de stuurman van rondvaartboot Piet Hein III van Canal Tours Amsterdam. „Luther? Wel van gehoord. Nee, dit is geen leuk thema. En ik moet nu gaan varen.” Waarna de Piet Hein III vol toeristen tjoekend koers zet naar het IJ.
Op de Prins Hendrikkade staat een echtpaar op leeftijd rond te kijken, dagblad De Telegraaf in de hand. Een toeschietelijk stel, totdat het over Luther gaat. „De kerk? Daar ben ik effe wel klaar mee. Helemaal klaar mee.”
Vlakbij staat Paul, student aan de Technische Universiteit in Eindhoven. „De Reformatie, nee, zegt me niks. Het is al zo lang geleden dat ik geschiedenis heb gehad. Ik ben meer van de techniek.”
Hoog op een gevel, helemaal links, staat de tekst ”God roept u, Jesus loves you”. Voor de rooms-katholieke Nicolaaskerk staan reisbussen van Caledonian Tours. In de verte wijst de torenklok van de Oude Kerk tien voor elf aan.
Twee Duitse meiden roken samen één peuk, eerlijk om de beurt. Luther? Ze kijken wat wazig. „Was dat geen Duitser?” De ober van grillrestaurant At James’ wil eerst weten wélke reformatie er dit jaar herdacht wordt. „Er zijn er toch veel meer dan één?” Maar opeens zegt hij: „Meneer, mijn restaurant zit vol.”
Op de drempel van het seksmuseum aan het Damrak telt een bedelaar zijn buit, muntje voor muntje. Draaiorgel Het Juffertje draait eindeloos zijn riedels af. Op de toren van de Beurs van Berlage staat de tekst: ”Beidt uw tijd”.
Drie agenten op de fiets
Bij het spookhol op de kermis op de Dam staan drie agenten bij hun fiets toezicht te houden. Geen van hen heeft ooit van de Reformatie gehoord, en van Luther ook niet. Een van hen zoekt gauw op Google en leest voor: „De protestantse Reformatie was het zestiende-eeuwse schisma binnen het westerse christendom, dat in 1517 ingezet werd door Maarten Luther en andere protestanten.” Hij zegt: „Interessant. Ik ga dit straks verder eens lezen.” Het reuzenrad draait. Een kind zeurt om een suikerspin. Er zit hier een boel herrie in de lucht.
De Kalverstraat loopt vol met mensen. Bij Frietje Lucien in de Sint Luciënsteeg, een zijstraatje, staat Joep patat te bakken. „De Reformatie? Nee. Luther? Nee. Spijt me. Het landt niet. Gaat dit over de kerk? Nee, dat speelt niet in mijn leven.” Iets verderop worden er in een steegje lege biervaten naar buiten gerold.
Aan een tafeltje bij Museum Amsterdam zit een dame aan de koffie, mevrouw Aartoom uit Ridderkerk. Zij weet er alles van, van de Reformatie, van Luther, van Wittenberg. „Ik ben een echt Luthermens, ga elk jaar naar de Hervormingsavond in de Singelkerk. Wat erg dat de mensen niets meer van Luther weten.”
Bij het Begijnhof staat Herman, petje op, sjaal om de nek, rond te kijken. „Ik ben een lutheraan. Mijn vader was rooms-katholiek, mijn moeder Nederduits hervormd. Samen werden ze luthers. En daarom ben ik nu een lutheraan.” Maar religie is voor Herman cultuur geworden. „Ik geniet van het leven en heb niets met de Reformatie van Luther.”
Luther King
Op het strak gemaaide grasveld van het Begijnhof staat een Christusbeeld, devoot en vergeten. Vier pubers staan er even naar te kijken. Een van hen: „Maarten Luther? Martin Luther King?” Een ander: „Luther, hij was toch de leider van de protestanten die toen in opstand kwamen?”
In de rooms-katholieke schuilkerk, precies tegenover de Engelse Kerk, is het stil. Dat moet ook, want dit is wel een plaats van gebed, staat er bij de ingang te lezen. In het souvenirwinkeltje ernaast zit Ger van Dijk achter de kassa. Hij is archivaris van de Begijnhofkapel, maar is niet religieus, zegt hij. En als het over de Reformatie gaat, kiest hij acuut de kant van Rome. „Die actie van Luther is mij niet sympathiek. Die man was veel te dominant, te heerszuchtig. Alsof heel West-Europa naar hem moest luisteren.”
Op de hoek van het Spui bevindt zich The American Book Center. Religie staat op de tweede verdieping, wijst een vriendelijk meisje. Daar staan op de plank de boeken ”Het merk Luther” van de Schotse historicus Andrew Pettegree, en de Lutherbiografie van de Australische historica Lyndal Roper. Verder staan er best veel Bijbels in allerlei soorten, talen en vertalingen, veel spiritualiteit en vooral islam.
Lutherse Kerk
Op de hoek Spui, Nieuwezijds Voorburgwal en Handboogstraat staat de Oude Lutherse Kerk, stoer en onverzettelijk tussen het straatgeweld. Het kapitale complex is eigendom van de lutherse gemeente in Amsterdam. In de negentiende eeuw vergaderde hier steevast de lutherse synode. Van hieruit werd er leidinggegeven aan alle lutheranen in Nederland.
Ergens in een van de vele dienstvertrekken zit dr. Harry Donga, emeritus predikant van de Lutherse Kerk in Amsterdam. Het verbaast hem niet dat zo weinig mensen nog iets weten over de Reformatie in 1517. „Toeristen zijn meestal niet kerkelijk. Amsterdam is geen kerkelijke stad. En Nederland ontkerkelijkt in hoog tempo. Er zijn nog steeds veel mensen die zich religieus noemen, maar kennis van de kerkgeschiedenis hoort daar vaak niet bij. Wat zouden die mensen met Maarten Luther moeten? Velen hebben van God noch gebod gehoord en kennen hun eigen geschiedenis niet eens.”
Wat hebben de lutheranen zelf van Luther opgestoken? „De wetenschap dat het altijd om het vrijmakende Woord van God gaat. Daar horen ook de drie sola’s bij: sola gratia, sola fide, sola Scriptura. Het vrijmakende Woord van God heeft ons bevrijd tot het leven. Luther zegt: „We hebben niet een God Die je voelt, maar Die je hoort.” Daar hebben we dus het Woord voor nodig. Calvijn zegt: „De mens moet bevrijd worden.” Lutheranen zeggen: „De bevrijding is ons aangezegd en aan ons de taak dat op te pakken en er gehoorzaam aan te zijn.””
Luther heeft lang gezocht naar de rechtvaardiging door het geloof, zegt dr. Donga. „Maar wij worden door het geloof in Jezus Christus rechtvaardig gespróken, ook al verdienen wij dat niet. Dat moet dus wel tot gevolg hebben dat je zelf je leven probeert te heiligen.”
De herdenking van 500 jaar Reformatie heeft veel goeds gebracht, vindt dr. Donga. „Er is weer eens extra onderzoek gedaan naar de erfenis van Luther. Er is een hernieuwde belangstelling ontstaan voor de geschiedenis van de Reformatie. We weten nu weer voor eens en altijd wat Luther zei: „Er is maar één sleutel tot de Heilige Schrift en dat is Jezus Christus.””
Petrus en Paulus
Op de Nieuwezijds Voorburgwal knarst tramlijn 5 door de rails. Luidkeels bellend komt een meisje over het Spui aangefietst. Ze parkeert voor de boekwinkel, is wel geïnteresseerd in „dingen van het geloof”, maar heeft nu even geen tijd.
Halverwege de Kalverstraat bevindt zich, tegenover de McDonald’s, de Papegaai, een vroegere schuilkerk, nu de Petrus- en Pauluskerk. Bij de deur staat een bord met de tekst: ”Een kwartier voor God”. Weinig mensen hebben een kwartier over, want binnen is het stil.
Tussen folders en brandende devotielichtjes zit Mona eenzaam en alleen te wezen. Mona, oorspronkelijk uit Thailand, is gastvrouw van de Papegaai. Van Luther heeft ze nooit gehoord. Ze is opgegroeid in het boeddhisme, maar is in Nederland rooms-katholiek geworden. „Ik geloof nu dus in God.”
Twee toeristen staan inmiddels in de Papegaai rond te kijken. Zegt het hún misschien iets, de Reformatie?
Zij, zoekend naar de woorden: „Waar ik dan aan denk is: aflaat, goede werken, Rome en de paus.”
Hij: „Ging het toen niet om Luther, om Calvijn? Maakte Luther Nederland niet tot een protestants land? Dat had hij dan voor ons niet hoeven te doen.”