Historische dag voor vier mannenbonden
Het was zaterdag een historische dag voor vier mannenbonden. De Bond van Mannenverenigingen van de Gereformeerde Gemeenten, de Christelijke Gereformeerde Mannenbond, de Hervormde Mannenbond, en de Hersteld Hervormde Mannenbond hielden voor het eerst een gezamenlijke bondsdag.
De besturen van de vier mannenbonden zaten broederlijk naast elkaar voorin in de Oude Kerk te Putten. De sprekers waren afkomstig uit de vier kerkverbanden evenals de bezoekers. Het aantal van 850 belangstellenden was om en nabij een verdubbeling van het aantal bezoekers van de bondsdag van de Hervormde Mannenbond die normaliter omstreeks deze tijd in Putten gehouden wordt.
Ds. C. J. Droger, voorzitter van de Christelijke Gereformeerde Mannenbond, was dagvoorzitter. De gezamenlijke Bondsdag was een initiatief van deze bond. De sluiting van de morgenvergadering vond plaats door ds. G. J. Post, tweede voorzitter van deze mannenbond. De middagvergadering werd geopend door ds. E. Bakker, voorzitter van de mannenbond van de Gereformeerde Gemeenten. De sluiting was in handen van ds. J. H. Lammers, voorzitter van de Hervormde Mannenbond.
Luther én Calvijn
De Bondsdag stond geheel in het teken van 500 jaar Reformatie. In de brief aan koning Willem-Alexander werd gerefereerd aan de lutherse wortels van diens voorgeslacht. Opvallend was de aandacht voor Calvijn naast die voor Luther.
In zijn openingswoord noemde ds. Droger –die het bijzonder vond om op deze historische kansel te staan– vier elementen voor het herdenken van vijfhonderd jaar Reformatie. Na de dankbaarheid om Gods goede gaven kwam het op de verwondering over het blijven bij Gods Woord. Hij waarschuwde: „Het reformatorisch erfgoed is aangevochten, ook nu, gezien de scherpe discussies die spelen.”
Als derde noemde hij“verootmoediging. „Het is verdrietig dat deze vier kerkverbanden gescheiden optrekken. We hebben elkaar in de kerken van de Reformatie niet weten vast te houden. Wie zou niet wenen?” Ten slotte noemde hij blijdschap om de gezamenlijke bondsdag. „Er is direct positief gereageerd op ons voorstel en we hebben in een goede sfeer samengewerkt. Dat is een bijzonder geschenk van de Heere.”
Ds. Droger zei, met een verwijzing naar Openbaring 3:11: „Houd dat gij hebt. Dat behouden geldt het Woord van God, het leven uit dat Woord, het belijden van Gods Naam en het centraal stellen van Christus.” Bij dit houden gaat het volgens de predikant om een „heilzaam conservatisme”.
Lange nacht
Ds. Bakker sprak aan het begin van het middaggedeelte enkele woorden over Romeinen 1:17, de tekst die voor Luther van beslissende betekenis is geweest: „Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven.” „Niet de aflaat of de zelfkastijding hielp Luther, maar wel het werk van Christus. Christus werd in een lange nacht aan Luther geopenbaard. Hij mocht het leven vinden door de dood heen. De Heere is er vrij in hoe diep Hij met een mens gaat, maar één ding blijft over: De rechtvaardige zal door het geloof leven. Als de zondaar alles inlevert, is daar het wonder van de rechtvaardiging.”
Daarover sprak prof. dr. A. de Reuver, emeritus hoogleraar vanwege de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland. In zijn toespraak ”Luther en de rechtvaardiging” zei hij dat bij dit onderwerp Wet en Evangelie beide een rol spelen. „Wie voor de aanklacht van de Wet valt en door de knieën gaat, leert het bevrijdende wonder van het Evangelie echt waarderen. Alleen wie valt, vindt genade.”
Andere kant
Er is ook een andere kant, aldus prof. De Reuver. „Niemand komt volgens Luther tot het besef van de heilzame bedoeling van de Wet zolang ze van het Evangelie losgekoppeld blijft. Het is alleen het Evangelie dat uit de wet een tuchtmeester tot Christus maakt, zegt Luther. Naar zijn zienswijze gaat de zondekennis dus noodzakelijk vooraf aan de vergevingskennis, maar deze zondekennis ontspruit niet aan de Wet alleen maar aan Wet en Evangelie samen.”
Dr. Hoek, docent praktische theologie aan het Hersteld Hervormde Seminarium, sprak over ”Calvijn en de heiliging”. Calvijn stelde, aldus dr. Hoek, dat Christus de eigenlijke Auteur is van de heiliging. „We delen erin in de mate waarin we met Christus verenigd zijn. In onszelf blijven we zondaren, ondanks het feit dat we hoe langer hoe meer vernieuwd worden. De verkorenen oefenen zich hun hele leven in boetvaardigheid en ze weten dat deze krijgsdienst geen einde vindt dan in de dood.”
Calvijn zag drie kenmerkende begrippen in de levensheiliging, aldus dr. Hoek. „Een mens leert zelfverloochening, kruisdagen en het gericht zijn op het toekomende leven. Het doel hiervan is niet het gering achten van het tijdelijke leven, maar het hoog achten van het eeuwige leven.”