Onrust in Noord-Afghanistan
In het noorden van Afghanistan dreigt een stammenstrijd uit te breken tussen krijgsheren die geacht worden onder de nieuwe interim-regering samen te werken.
De etnisch-Tadzjiekse leider Atta Mohammed beschuldigde een commandant van de etnisch-Oezbeekse generaal Rashid Dostum er donderdag van een week geleden met enkele tanks en een kleine troepenmacht een district te zijn binnengetrokken dat onder zijn controle staat. Hij zei dat Dostums manschappen Tadzjieken in Shulgara, 75 kilometer ten zuidwesten van de noordelijke stad Mazar-i-Sharif, lastig vallen en eiste dat zij zich terugtrekken in een legerbasis van Dostum. „We proberen dit op broederlijke wijze op te lossen”, zei Atta. „Maar als we dat niet kunnen, moeten we onze arme mensen in de dorpen beschermen.” Hij zei dat hij de regering in Kabul en vertegenwoordigers van de Amerikaanse commandostrijdkrachten in Noord-Afghanistan van het conflict op de hoogte had gesteld.
Atta is al eerder in aanvaring gekomen met troepen van Dostum. Eerder deze week tekende hij met een andere van diens commandanten een vredesovereenkomst met betrekking tot het dorp Khulm. Die komt er op neer dat in het dorp alleen wapens mogen worden gevoerd door een veiligheidsdienst onder leiding van een officier die voor beide partijen acceptabel is.
Dostum is momenteel zelf niet in het land. Hij zou verblijven in Turkmenistan, waar hij een huis heeft.
Het bewaren van de vrede onder de vele facties in Afghanistan, die allemaal wapens bezitten en verdeeld zijn door oude etnische en territoriale conflicten, is een van de zwaarste opgaven van de regering van interim-premier Hamid Karzai.
VN-secretaris-generaal Kofi Annan heeft er donderdag mede daarom bij de internationale gemeenschap op aangedrongen het mandaat van de internationale vredesmacht in Afghanistan, ISAF, te verlengen. Het huidige mandaat voor de door Groot-Brittannië aangevoerde troepenmacht van 4.500 man loopt in juni af.
Een economische adviseur van Karzai, Ashraf Ghani, riep donderdag ook op tot uitbreiding van de vredesmacht, om zo niet alleen in de regio rond Kabul, maar in het hele land orde te kunnen scheppen. Hij zei dat 98 procent van de Afghanen dat wilde. VN-functionarissen die anoniem wilden blijven zeiden dat er momenteel een discussie gaande is over een eventuele uitbreiding van de stijdmacht naar 14.000 man.
Annan waarschuwde in een rede voor de Duitse Bondsdag dat Afghanistan gemakkelijk weer tot chaos kan vervallen, zoals dat gebeurd is toen het land na de terugtrekking van het sovjetleger in 1989 aan zijn lot werd overgelaten. Dat is helaas typerend voor door oorlog verscheurde landen als ze uit het nieuws verdwijnen, zei de VN-chef.
De VN zullen waarschijnlijk de komende maand beslissen of het mandaat van de ISAF zal worden verlengd. De grote vraag daarbij is wie de vredesmacht dan moet gaan leiden, want de Britten willen van die rol af. Duitsland heeft voor de eer bedankt, al zei een woordvoerder van het Duitse ministerie van defensie woensdag dat de regering wel overweegt haar betrokkenheid in Afghanistan te versterken.
In Duitsland bestaat om historische redenen grote weerstand tegen betrokkenheid van het Duitse leger bij buitenlandse conflicten. Het besluit om het Duitse leger in te zetten bij vredesmissies op de Balkan heeft veel voeten in de aarde gehad en bondskanselier Gerhard Schröder vindt dat de strijdkrachten daar hun handen nu vol genoeg aan hebben.
Annan prees de Duitsers dat zij hun aarzelingen hebben overwonnen om de hun toekomende rol in de wereld op zich te nemen, ook als daar geweld aan te pas komt. Hij merkte op dat de Duitse geschiedenis er heel anders uit had kunnen zien als de Geallieerden zich twee of drie jaar na 1945 uit Duitsland hadden teruggetrokken en geen hulp hadden geboden bij de wederopbouw van het land.
VN-functionarissen in Kabul deden donderdag een dringende oproep aan de internationale gemeenschap om voor het eind van het jaar 1,18 miljard dollar (1,36 miljard euro) voor Afghanistan bijeen te brengen. Het geld is bedoeld om vijftien maanden werk voor de wederopbouw van het land te financieren. Een deel van de werkzaamheden valt onder de 4,5 miljard dollar (5,2 miljard euro) die voor de komende jaren zijn toegezegd op de donorconferentie van afgelopen maand in Japan.