God is waarachtig
2 Korinthe 1:20
„Want zovele beloften Gods als er zijn, die zijn in Hem ja, en zijn in Hem amen, Gode tot heerlijkheid door ons.”
De ziel houdt God voor waarachtig, betrouwbaar en rechtvaardig als ze vast gelooft in Hem, Die ons Zijn beloften doet. En als zij zo handelt, kan zij Hem niets voortreffelijkers toekennen dan dit. Dit is het hoogste in de dienst van God om Hem toe te kennen betrouwbaarheid, gerechtigheid en al wat we Hem moeten toekennen in Wie we geloven.
Doet de ziel dit, dan stelt zij zich onvoorwaardelijk ter beschikking van al Zijn wilsbeslissingen, dan heiligt zij Zijn Naam, en vindt zij goed dat met haar gedaan wordt zó als het God welbehaaglijk zal zijn. Omdat zij –zich verlatende op zijn beloften– niet twijfelt of Hij is waarachtig, rechtvaardig, wijs, een God Die al wat Hij doet op de beste wijze zal doen, zal beschikken en verzorgen.
Maar nu, is zo’n ziel door dit geloof niet in alle dingen volkomen gehoorzaam aan God? Welke volheid kan overvloediger zijn dan een volledige gehoorzaamheid? Maar deze gehoorzaamheid brengen niet de werken, maar brengt alleen het geloof tot stand.
Daartegenover, hoe kan men driester rebelleren, hoe groter goddeloosheid bedrijven tegen God, hoe kan men Hem meer smaad aandoen dan dat men Hem, die zo veel belooft, niet gelooft? Immers wat is dit anders dan of God voor een leugenaar uitmaken of (althans) betwijfelen of Hij wel waarachtig betrouwbaar is?
Maarten Luther, hoogleraar in Wittenberg
(”De vrijheid van een christen”, 1520)