In Nijmegen ontstond een chaos waarvoor burgemeester Hubert Bruls zelfs zijn excuses moest aanbieden aan de Kiesraad. Uit een evaluatie is gebleken dat de bezetting van het centrale verkiezingsbureau te onervaren was. Het bureau was in de loop van de dag telefonisch niet meer bereikbaar, terwijl er geen overzicht was van de stand van zaken per stembureau. Het centrale bureau wordt nu beter bemand en er komt een groepsapp, zodat informatie snel gedeeld kan worden.

De steden benadrukken dat de raadsverkiezingen niet vergelijkbaar zijn met die voor de Tweede Kamer, omdat kiezers alleen voor hun eigen gemeenteraad kunnen stemmen. Dat betekent dat er veel minder stemmers van buiten de stad zullen zijn. Maar het mag nooit meer gebeuren dat iemand helemaal niet kan stemmen omdat er geen formulieren zijn, vinden beide burgemeesters.

In Den Haag krijgt daarom elk stembureau genoeg stembiljetten voor 120 procent van de verwachte opkomst. De overige 40 procent wordt verspreid over de stadsdelen, zodat eventuele tekorten direct kunnen worden aangevuld. De overgebleven stembiljetten worden drie maanden na de verkiezingen gerecycled. Nijmegen gaat streng de hand houden aan herverdeling van stembiljetten aan het eind van de dag. Dat ging in maart helemaal fout.

Nijmegen gaat vooraf inventariseren of er in een wijk zaken spelen die van invloed kunnen zijn op kiesgedrag, zoals een evenement of een nieuw opgeleverde woonwijk. Den Haag richt pop-up stembureaus in zorgcentra in en laat een mobiele stembus langs scholen rijden.