Kerk & religie

Als gloeiend ijzer

2 Korinthe 1:20

Maarten Luther
24 October 2017 08:32Gewijzigd op 16 November 2020 11:46

„Want zovele beloften Gods als er zijn, die zijn in Hem ja, en zijn in Hem amen, Gode tot heerlijkheid door ons.”

Door deze beloften met een universele goedheid gebeurt het dat de ziel die met een sterk geloof aanneemt en er zózeer mee verenigd wordt, ja, zelfs er geheel en al door verzwolgen wordt, dat hij niet alleen deel verkrijgt aan, maar zelfs verzadigd wordt en geestelijk dronken gemaakt door de grote kracht ervan. Want als het Christus aanraken genezing bracht, hoeveel te meer zal dan niet deze allerteerste geestelijke aanraking, ja, een indrinken van het Woord alles wat van het Woord is aan de ziel meedelen? Zó dus wordt de ziel door het geloof alléén, zonder de werken, uit het Woord van God gerechtvaardigd, geheiligd, van leugen gezuiverd, tot vrede gebracht, bevrijd en met alle goed vervuld en waarlijk tot een „dochter van God” gemaakt, zoals Johannes 1:12 zegt: „Hij heeft macht gegeven kinderen Gods te worden hun die in Zijn Naam geloven.” Hieruit is gemakkelijk te verstaan dat het geloof zó veel vermag en waarom geen enkel goed werk noch alle goede werken tezamen aan het geloof gelijk te stellen zijn. Immers, geen enkel goed werk hecht zich zo aan het Woord, noch ook kan zó in onze ziel leven. Alléén het geloof en het Woord heersen in hem. Zó als het Woord is, zó wordt ook de ziel door het Woord, zoals het ijzer even gloeiend rood wordt als het vuur door de vereniging met het vuur.

Maarten Luther, hoogleraar in Wittenberg

(”De vrijheid van een christen”, 1520)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer