Toetsing Operatie Mercedes voor rechter bijzonder moeilijke klus
De gijzelaars bevrijden en de treinkapers aanhouden zonder dat er gewonden of doden vielen was voor de mariniers tijdens hun optreden bij De Punt feitelijk onmogelijk, betoogt J. H. Madern.
De afgelopen weken hield de beëindiging van de treinkaping bij De Punt (1977), Operatie Mercedes, opnieuw de aandacht gevangen. Familieleden van omgekomen treinkapers hebben een proces tegen de Staat der Nederlanden aangespannen.
Een van de centrale vragen is: Zijn er treinkapers gedood terwijl zij al gewond en ongewapend waren en dus geen gevaar meer vormden?
Lastige toetsing
Het zwaarste geweldsmiddel dat de Nederlandse overheid in 1977 kon inzetten, was de Bijzondere Bijstand Eenheid (BBE) Mariniers. De politie was niet in staat om de treinkaping te beëindigen. Zij is daarvoor niet getraind en toegerust.
Wanneer er incidenten zijn die extreem gewelddadig zijn, waarbij mensen groot gevaar lopen en bovendien de openbare orde en de rechtsorde ernstig zijn geschokt, wordt er in de geweldsspiraal ”opgeschaald” en worden militairen ingezet. De bevelstructuur ligt dan ook op het niveau van de minister en de procureur-generaal.
Een voorbeeld: Wanneer in november 2004 in de Antheunisstraat in Den Haag de aanhouding van twee leden van de Hofstadgroep door een arrestatieteam (AT) van de politie mislukt, omdat door de verdachten een handgranaat wordt gegooid en politiemensen van het AT gewond raken, zet Nederland de BBE Mariniers in. Wanneer andere geweldsmiddelen het niet ‘redden’, moeten de mariniers de rommel opruimen, en dat kunnen ze ook.
Bij zo’n actie is de marge waarbinnen het goed of niet goed is gegaan natuurlijk flinterdun. Militairen zijn de specialisten en zij bepalen de tactiek en de inzet van de middelen, omdat zij er verstand van hebben.
Hoe moet je dan als wetgever beschrijven wat er bij het uitschakelen van levensgevaarlijke terroristen wel en niet geoorloofd is? Het optreden in die situaties is bijzonder moeilijk en de toetsing door de rechter achteraf is dat niet minder! We moeten dan ook blijven nadenken over de wijze waarop die toetsing moet plaatsvinden.
Oorlog
Bij De Punt was de bevrijding van de gijzelaars alleen mogelijk door de inzet van militairen. En dan ontstaat er een totaal andere situatie dan bij het optreden van politieambtenaren. Is een politieagent opgeleid om verdachten aan te houden met zo min mogelijk geweld, een soldaat is opgeleid om de vijand uit te schakelen en, als het niet anders kan, te doden.
Bij De Punt waren de negen zwaarbewapende treinkapers de vijand. Zij hielden mensen in gijzeling en het was niet ondenkbaar dat er, net als in 1975 tijdens de treinkaping bij Wijster, gijzelaars zouden worden gedood. Bovendien waren de treinkapers bereid om voor hun idealen te sterven; zij hielden rekening met gewelddadig ingrijpen door de overheid. Hoe konden de mariniers de gijzelaars bevrijden en de kapers aanhouden zonder dat er gewonden of doden vielen?
Het was op zaterdag 11 juni 1977 om 5.00 uur bij De Punt een paar minuten oorlog, compleet met gevechtsvliegtuigen, explosies, langeafstandsprecisievuur en mitrailleurvuur. In een kort gevecht moest het worden beslist. En het is beslist, met een hoge prijs. Zes treinkapers en twee gijzelaars lieten helaas het leven. Drie kapers werden aangehouden.
Onmogelijke klus
Mogen er achteraf vragen worden gesteld? Zeker, ook het optreden van mariniers mag worden getoetst. Zij moeten echter niet als ‘gewone’ verdachten of getuigen worden behandeld, tenzij daarvoor op grond van feiten en omstandigheden aanleiding is.
Dit veertig jaar later objectief beoordelen, is niet eenvoudig. De mariniers hebben in opdracht van de overheid een onmogelijke klus moeten klaren om de rechtsorde te herstellen en gegijzelde mensen te bevrijden. Die gijzelaars zaten in een scheefstaande trein, waarin snel bewegen moeilijk was. En in die trein waren negen zwaarbewapende gijzelnemers aanwezig, die in de chaos mogelijk gijzelaars zouden doden. Uit archiefmateriaal blijkt dat de mariniers zelf ook onderkenden dat het een zeer moeilijke actie was.
Waarheidsvinding
Kennelijk is er nu materiaal beschikbaar dat voor de familieleden van de omgekomen treinkapers een aanleiding vormt om dit proces in gang te zetten. Door openbare verhoren van mariniers krijgt iedereen de gelegenheid zich een mening te vormen. Dient dat de objectieve waarheidsvinding? Neemt de overheid, die veertig jaar geleden de opdracht gaf voor Operatie Mercedes, haar verantwoordelijkheid?
Er zijn niet alleen treinkapers omgekomen; ook twee gijzelaars lieten door militaire kogels het leven in de trein. Door de wijze waarop dit proces wordt gevoerd, worden oude wonden weer opengereten, terwijl het maar de vraag is wat het proces überhaupt kan opleveren. Wie zijn hier de verdachten en wie zijn de slachtoffers?
De auteur is politieambtenaar. Hij sprak met mensen die dienden bij de Bijzondere Bijstand Eenheid (BBE) Mariniers en in 1977 aanwezig waren bij De Punt. Hij schrijft dit artikel niet als deskundige maar als belangstellende en op persoonlijke titel.