Toe naar een land zonder vlinders en hommels
In 63 beschermde natuurgebieden in Duitsland is sinds 1989 gemiddeld driekwart van de vliegende insecten verdwenen, ’s zomers bedraagt de afname zelfs 82 procent. De teruggang van het aantal insecten werd al langer vermoed, maar blijkt veel groter dan gedacht.
Dat volgt uit een onderzoek van onderzoekers van de Radboud Universiteit in Nijmegen en hun Duitse collega’s. De ecologen publiceerden hun bevindingen woensdag in het wetenschappelijke tijdschrift PLoS One. In Nederland en elders in Europa is de teruggang vermoedelijk net zo groot.
Afgelopen jaren was al duidelijk dat bepaalde insectensoorten, zoals bijen en vlinders, steeds minder voorkomen in West-Europa en Noord-Amerika. „Maar dat de aantallen van alle vliegende insectensoorten in zo’n hoge mate aan het afnemen zijn als we hier zien in zo’n wijdverspreid gebied, is een nog alarmerender bevinding”, zegt projectleider Hans de Kroon.
„Aangezien hele ecosystemen afhankelijk zijn van insecten, bijvoorbeeld als voedsel en als bestuivers, zet dat andere veranderingen, zoals de achteruitgang van aantallen vogels en zoogdieren in een nieuw daglicht’, aldus De Kroon. Ook beïnvloedt de terugloop van sommige insecten de plantengroei direct. Dat zijn soorten die organisch materiaal afbreken en leveren daardoor voeding voor planten.
De belangrijkste oorzaak van de forse afname van de insecten is nog onduidelijk. Veranderingen in weer en klimaat, landschap en in plantensoortenrijkdom blijken niet de afname te kunnen verklaren. Droge en natte, warme en koude perioden verklaren veel van de schommelingen binnen het seizoen en tussen de jaren, maar niet deze neergaande trend.
Omdat de oorzaken niet bekend zijn, kunnen nog geen concrete maatregelen worden genomen. De Kroon: ,Wat we alleen kunnen doen, is grote voorzichtigheid betrachten. Minderen met de dingen waarvan we weten dat ze een slechte invloed hebben, zoals het gebruik van kunstmest en pesticiden. En we moeten juist de terugkeer van bloemrijke akkerranden in de landbouw stimuleren.”
Een land zonder vlinders en hommels
De gemeten afname van de hoeveelheid insecten met 76 procent in bijna dertig jaar is „ongekend”, reageerde Marcel Dicke, hoogleraar entomologie aan de Wageningen Universiteit vanmorgen. „Zeker als je weet dat het gewicht aan insecten op aarde groter is dan het totale gewicht van alle mensen.”
Hoewel het een Duits onderzoek betreft denken de deskundigen dat het ook veel informatie geeft over de Nederlandse situatie. Dicke: „Nederland en Duitsland lijken sterk op elkaar in ecologisch opzicht en landinrichting.”
Roy Kleukers, van EIS Kenniscentrum Insecten in Leiden, geeft aan binnenkort te starten met een vergelijkbaar onderzoek in Nederland. Collega Theo Zeegers is er niet gerust op. „Om eerlijk te zijn, ben ik bang dat de situatie in ons land nog erger is dan in Duitsland.”
Uit het artikel dat woensdag in tijdschrift PLoS One verscheen, bleek geen duidelijke oorzaak van de sterke teruggang van de insectenstand aanwijsbaar. Maar Zeegers zoekt die in de intensieve landbouw met zijn afgenomen plantenrijkdom. „Het Nederlandse landschap is vrijwel bloemloos geworden, het is een schrale cultuursteppe geworden.”
De uitkomsten van het onderzoek hebben Kleukers echter verbaasd. „Wij dachten dat de grootste teruggang van de insectenstand in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw zou hebben plaatsgehad door de opkomst van de intensieve landbouw. Maar deze teruggang is relatief recent.”
Hij verwacht dat de achteruitgang van de afgelopen derig jaar een nasleep kan zijn van de intensieve landbouw. „Maar die verklaart niet alles. Ook het gebruik van moderne insecticiden zoals neonicotinoïden heeft de insectenstand een duwtje in de verkeerde richting gegeven.”
Dat landbouwgif een rol speelt, is voor Dicke een uitgemaakte zaak. „Dat lijkt me voor de hand liggen: insecten doodmaken leidt immers tot minder insecten.”
Hoe erg is het dat insecten massaal het loodje leggen? Er zitten immers ook positieve kanten aan. Mensen worden minder gestoken door muggen en wespen; de autoruit blijft schoner na een lange autorit. „Het is maar de vraag of de lastposten net zo lijden onder teruggang als de nuttige soorten”, zegt Dicke. „Insecten zijn van levensbelang voor de mensheid, slechts 0,5 procent zorgt voor problemen.”
Van de 1 miljoen soorten insecten op aarde leven er zo’n 20.000 in Nederland. „Als driekwart van de biomassa van vliegende insecten verdwenen is, is het onvermijdelijk dat de rest van de natuur daar last van heeft”, meent Zeegers.
Insecten bestuiven bijvoorbeeld 75 procent van alle plantensoorten. „Dat gaat niet alleen over de honingbij, maar over heel veel meer soorten. Zonder insecten kunnen deze planten zich niet voortplanten”, verklaart Dicke.
„Ook landbouwgewassen zijn grotendeels afhankelijk van bestuiving door insecten”, zegt Roy Kleukers van EIS Kenniscentrum Insecten in Leiden. „Raken we die bestuivers kwijt, dan voelen we dat direct in onze economie.”
Verder is 80 procent van alle vogels helemaal of gedeeltelijk afhankelijk van insecten als voedsel. „Een afname van 75 procent in de insecten heeft grote gevolgen voor de vogelstand en voor het voortbestaan van dieren die vogels eten”, somt Dicke op.
Ruud Foppen, hoogleraar geïntegreerde natuurbeschermingsbiologie van de Radboud Universiteit in Nijmegen, zoekt in deze richting een verklaring voor de dramatische afname van vogelsoorten in het boerenland, „zoals de veldleeuwerik en de patrijs.”
Daarnaast ruimen insecten mest en dode dieren op en voorkomt insectendiversiteit plagen. „In de natuur komen vrijwel geen insectenplagen voor”, weet Dicke.
Wat staat ons land te doen? Voor Zeegers is het een uitgemaakte zaak dat de landbouw anders georganiseerd zal moeten worden. „Het klinkt dramatisch, maar anders gaan we naar een land zonder vlinders en hommels toe.”