Houd het huidige pensioenstelsel intact
Een lage rente is geen reden om het huidige collectieve pensioenstelsel op de schop te nemen, stellen Roel Beetsma en René van de Kieft.
Elk pensioenstelsel gebaseerd op kapitaaldekking ontkomt niet aan de negatieve gevolgen van een lage rente. Ook een stelsel op basis van individuele pensioenpotjes niet. Daarnaast moeten zorgen over de toenemende complexiteit van de economie niet verward worden met de vraag of ons huidige pensioenstelsel voldoende houdbaar is.
In mei dit jaar bezocht de president van de Europese Centrale Bank (ECB), Mario Draghi, de Tweede Kamer. Daar werd hij kritisch ondervraagd over het rentebeleid van de ECB.
Het valt niet te ontkennen dat de lage rente een aantal voordelen heeft gehad voor de Nederlandse economie, zoals een daling van de rentebetalingen op de schulden en hypotheken, maar ook het weer op gang brengen van de kredietverlening.
Nadelen
Dit is echter helaas niet gebeurd zonder ernstige bijwerkingen. Zo hebben spaarders de rentevergoeding op hun bankrekening in een rap tempo zien teruglopen tot nagenoeg 0 procent. Daarnaast heeft de pensioensector de dekkingsgraden zien dalen, met feitelijke of dreigende kortingen als gevolg, hoewel het gemiddelde rendement sinds het begin van de crisis rond de 9 procent heeft gelegen.
De situatie rond de rente heeft ook het debat over een herziening van onze aanvullende pensioenen aangewakkerd. Vooral een stelsel van persoonlijke pensioenpotjes met risicodeling, naar voren geschoven in een medio 2016 uitgebracht rapport van de Sociaal-Economische Raad (SER), gooit hoge ogen. Menigeen lijkt dan ook te geloven dat zo’n stelsel een einde zal maken aan de rentediscussies.
Een kanttekening hierbij is overigens dat bij afloop van de huidige hersteltermijnen van pensioenfondsen nog steeds een korting dreigt. De kans hierop is het grootst als de rente laag blijft en er onvoldoende rendement wordt gehaald op de pensioenbeleggingen.
Hervormingen nodig?
Dat het huidige aanvullende pensioensysteem bepaalde aanpassingen nodig heeft, is niet verbazingwekkend. De belangrijkste ontwikkeling in dezen is de verdergaande flexibilisering van de arbeidsmarkt, met een groeiend leger aan zzp’ers. Ons huidige stelsel maakt echter waardeoverdracht mogelijk bij verandering van pensioenfonds, terwijl werknemers die zzp’er worden nog gedurende enkele jaren bij hun oude fonds pensioen kunnen blijven opbouwen. Het is inderdaad waar dat er op deze fronten nog verbeteringen kunnen worden doorgevoerd, maar dat kan ook binnen de huidige regeling.
De lage rente vormt echter geen reden op zichzelf om af te stappen van het collectieve stelsel, en daarmee de solidariteit tussen de verschillende groepen pensioendeelnemers af te breken. Allereerst moet bedacht worden dat elk pensioensysteem met kapitaaldekking last heeft van een lage rente. In het geval van ons huidige systeem van beschikbare premieregelingen betekent een daling van de rente dat de verdisconteerde waarde van de toekomstige uitkeringen stijgt, waardoor de buffers kleiner worden. Die buffers moeten op enige moment weer versterkt worden. In een stelsel van persoonlijke pensioenpotjes zullen de rendementen op het ingelegde geld dalen, waardoor de uitkering die bij pensionering wordt aangekocht omlaag gaat. Een hogere uitkering vereist meer premie-inleg.
Feitelijk gaat het dus om twee zijden van dezelfde munt. Bij een overgang van ons huidige stelsel naar individuele pensioenpotten moeten de bestaande opgebouwde vermogens bovendien worden gesplitst tussen de deelnemers. De splitsing zal sterk afhankelijk zijn van de gehanteerde rente: een lagere rente betekent waarschijnlijk dat een kleiner deel naar de ouderen gaat, en vice versa.
Denk op termijn
In de tweede plaats valt te verwachten dat de rente op termijn weer gaat stijgen, zij het in een laag tempo. De economie in de eurozone, inclusief de Nederlandse, trekt stevig aan. Ondertussen zal de krapte op de arbeidsmarkt, niet in de laatste plaats door de steeds hogere gemiddelde leeftijd, steeds verder doorzetten, met loon- en prijsstijgingen als gevolg. De meest recente inflatieverwachting voor de langere termijn, gebaseerd op de ”ECB survey of professional forecasters”, ligt op 1,8 procent, ongeveer gelijk aan de ECB-doelstelling van 2 procent.
Deze ontwikkelingen geven de ECB de gelegenheid om langzaam haar crisisbeleid te gaan afbouwen. Waarschijnlijk zal daarmee komend jaar een start worden gemaakt, door de opkoopprogramma’s verder te vertragen dan wel stop te zetten, waarna de officiële rentes geleidelijk kunnen worden verhoogd. Een eerste uitspraak van de ECB in deze richting leidde enige tijd geleden al tot een rentestijging van 0,3 procentpunt.
Bewezen
Uiteraard zijn er risico’s die dit scenario kunnen dwarsbomen, zoals een vertraging van het mondiale herstel, mede veroorzaakt door ongunstige geopolitieke ontwikkelingen of ongunstige politieke ontwikkelingen in Europa. Te denken valt aan een populistische verkiezingsoverwinning in Italië.
Het Engelse gezegde ”Never change a winning team” (een winnend team moet je niet veranderen) geldt echter in hoge mate ook voor ons pensioenstelsel. Dat heeft zich door de jaren goed bewezen en dat wordt ook door omliggende landen zo gezien. Laten we dus voorzichtig zijn met radicale hervormingen van ons pensioenstelsel als de noodzaak daarvan niet keihard is aangetoond.
Roel Beetsma is hoogleraar Macro-economie aan de Universiteit van Amsterdam. René van de Kieft is voorzitter van de raad van bestuur van pensioenuitvoerder en -adviseur MN en voorzitter van het pensioenfonds PostNL. Dit artikel is overgenomen van mejudice.nl.