De twee oud-mariniers noemen het proces een schijnvertoning, onder meer omdat de „hoge heren in politiek Den Haag” buiten schot blijven. Zij willen meer aandacht voor het feit dat de toenmalige regering de opdracht gaf scherpschutters met vernietigende munitie de trein te laten beschieten, vlak voordat de bestorming begon.

In het proces tegen de Staat moesten elf oud-mariniers als getuigen verklaren hoe zij zelf in de trein hebben gehandeld, om na te gaan of dat grensoverschrijdend was. De Staat is daar verantwoordelijk voor, aldus Zegveld. Maar de zware beschieting hield in dat de negen kapers het waarschijnlijk niet zouden overleven, welke geweldsinstructie de mariniers ook kregen, benadrukken de oud-mariniers Jack Schollink en Peter Gatowinas.

Een defensiewoordvoerder spreekt namens de Staat de aantijgingen tegen. Hij benadrukt dat de geïnterviewden zelf niet aanwezig waren bij de briefing waar de mariniers instructies kregen over De Punt.

Zegveld had ook het liefst oud-politici laten oproepen maar de rechtbank besloot dat niet te doen vanwege onvoldoende aanwijzingen voor een „geheime instructie” uit Den Haag om iedereen te doden. Wel werden de mariniers hierover bevraagd. Zij ontkenden allen dat er zo’n geheime instructie was en dat ze de gewone geweldsinstructie hadden opgevolgd. Dat betekent uitschakelen of krijgsgevangen maken bij duidelijke overgave.

Volgens Schollink en Gatowinas klopt dat niet. In hun ogen worden mariniers opgeleid om te doden in dit soort situaties. Schieten op benen is voor de wijkagent, stellen ze. Ze zijn ervan overtuigd dat de getuigenverklaringen van de mariniers op elkaar zijn afgestemd om de politici van destijds vrij te pleiten. Overigens waren ze zelf niet betrokken bij De Punt maar wel bij de gelijktijdige beëindigingsactie van een basisschool.