Nieuw boek belicht reisverslag theoloog Vriezen uit Palestina in 1924
Theo Vriezen was 25 jaar en net afgestudeerd als theoloog toen hij in 1924 een buitenkans kreeg: het maken van een maandenlange studiereis door Palestina. Bijna een eeuw later verschijnt een boek dat zijn reisverslag analyseert en van commentaar voorziet.
”Ga en verken het land”, zo luidt de titel van het vrijdag verschenen boek over de gedenkwaardige reis van de theoloog. De latere hoogleraar Oude Testament prof. dr. Th. C. Vriezen (1899-1981) zou nog diverse keren naar Israël reizen. Maar zijn eerste bezoek aan het land was toch wel een van de meest bijzondere, al was het maar omdat er in het toenmalige Palestina nog weinig was wat wees op de enorme ontwikkeling die het gebied zou doormaken na het uitroepen van de staat Israël in 1948.
Door deelname aan de cursus van het Duitse Archeologisch Instituut te Jeruzalem kreeg Vriezen in 1924 de gelegenheid om samen met andere oudtestamentici het land te leren kennen. Niet alleen de verkenning van de geografie van het Heilige Land in heden en verleden stond op het programma van de reis, die van juli tot en met december 1924 duurde. Ook werd diepgaand kennisgemaakt met de cultuur, godsdienst en de diverse heiligdommen in Palestina.
Vriezen werd na zijn Israëlreis hervormd predikant in Tubbergen en in Sittard. In 1929 volgde een benoeming tot leraar godsdienst in Den Haag. In die tijd werkte hij ook aan zijn promotiestudie over de paradijsvoorstellingen bij oude Semitische volken. In 1937 promoveerde hij daarop in Utrecht, waarna hij in 1941 hoogleraar theologie werd aan de Rijksuniversiteit te Groningen. In 1956 maakte hij de overstap naar de Rijksuniversiteit Utrecht, om hoogleraar Oude Testament te worden.
Vriezen kreeg bekendheid door boeken over de literatuur van Oud-Israël en de hoofdlijnen van de theologie van het Oude Testament. Ook was hij als vertaler betrokken bij de totstandkoming van de Bijbelvertaling van 1951.
Tot voor kort was weinig bekend hoe belangrijk de studiereis in 1924 voor de latere hoogleraar was. De ontsluiting van zijn archief, zijn dagboeken en fotoverzamelingen laten zien dat Vriezen naar het Heilige Land trok om onderwezen te worden. Hij tekende zijn belevenissen op in vijf dagboeken en enkele schriften. Vriezen maakte 200 foto’s of kocht die van medereizigers, en verzamelde ook honderden andere afbeeldingen en souvenirs. In zijn notities over de verschillende religies in het land klinkt verwondering door over de hem nog onbekende rituelen en godsdienstige feesten, vooral de volksgodsdienst van de moslims.
In 1924 waren er al diverse Joodse nederzettingen in Palestina, waardoor Vriezen enerzijds kennis kon maken met het land zoals het de eeuwen daarvoor geweest was en anderzijds met het Israël zoals het er de daaropvolgende decennia uit zou zien. Hij bleef ook in zijn latere leven daarom aandacht vragen voor de belangen van zowel Joden als Palestijnen.