Nederlandse ‘satellietogen’ leggen luchtvervuiling vast
Nederlandse ‘ogen’ gaan kijken hoe vervuild de wereld is. De Europese ruimtevaartorganisatie ESA lanceert vrijdag de Sentinel 5-satelliet met aan boord een Nederlands instrument, de Tropomi. Die kan vanuit de ruimte zien waar gassen vandaan komen en waar ze naartoe gaan.
De Tropomi kijkt naar de onderste laag van de dampkring. Daar zit de lucht die iedereen inademt, de rook die schoorstenen uitblazen en alle stofdeeltjes van het verkeer en de bouw. In die lucht zitten ook broeikasgassen als methaan, ozon en koolstofdioxide. Die informatie kan helpen bij de strijd tegen klimaatverandering.
Een bewakingscamera van de atmosfeer, noemt de Nederlandse ruimtevaartorganisatie NSO het instrument. Bij westenwind ademt Nederland de smog van Londen in, bij oostenwind de rook uit de schoorstenen van het Ruhrgebied.
De Tropomi kan helpen om vragen van wetenschappers te beantwoorden, zoals hoe alle gassen in de dampkring precies op elkaar reageren. „De atmosfeer is heel dynamisch. Een paar jaar geleden zat er ineens een gat in de ozonlaag boven Europa en we wisten niet goed hoe die er kwam”, noemt Harry Förster van de NSO als voorbeeld.
De Tropomi maakt elke dag een nieuwe wereldkaart van de vervuiling, en dat zeven dagen per week, minstens zeven jaar lang. Al die gegevens zijn genoeg om zestien dvd’s per dag te vullen. Wetenschappers over de hele wereld kunnen er gratis mee aan de slag.
De hele Sentinel 5-satelliet kost circa 220 miljoen euro, van ontwerp tot en met lancering. Nederland betaalt daarvan ongeveer de helft. Het is een van de grote Nederlandse ruimtevaartprojecten van deze jaren, samen met het lange verblijf van astronaut André Kuipers in ruimtestation ISS en de bouw van een grote robotarm voor het ISS, die mogelijk volgend jaar wordt gelanceerd.
De lancering is vrijdag om 11.27 uur Nederlandse tijd vanaf de ruimtebasis Plesetsk in het hoge noorden van Rusland.