SGP Rhenen vraagt regenboogvlag niet te hijsen
Het hijsen van de regenboogvlag woensdag in het kader van Coming Out Day heeft voor de nodige commotie gezorgd. Hoewel de SGP in Rhenen de gemeente had gevraagd om de speciale vlag niet te hijsen, gebeurde dit wel.
De partij diende dinsdag een motie in met het verzoek de regenboogvlag in de kast te laten liggen op Coming Out Day en alleen de Nederlandse, de provincie- en de gemeentevlag in Rhenen te laten wapperen. „Het landelijk vlagprotocol laat geen ruimte voor andere vlaggen”, zei SGP-vicefractievoorzitter De Rooij donderdagmorgen. Tijdens Coming Out Day is er extra aandacht voor lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgenders.
Volgens de SGP in Rhenen heeft de Heere na de zondvloed de regenboog gegeven tot een teken van het verbond tussen Hem en tussen de aarde. Daarbij komt volgens de partij dat het hijsen van genoemde vlag voor een specifieke groep juist in tegenspraak is met de gedachte dat voor de overheid iedereen gelijk is.
In een reactie noemde burgemeester Van der Pas van Rhenen het hijsen van de vlag een steunbetuiging aan een groep die het lastig heeft om zichzelf te kunnen zijn. Tegelijkertijd stelde hij dat het COC een machtsspelletje speelt door gemeenten onder druk te zetten om de vlag te hijsen, aldus RTV Utrecht woensdag. „Zo breng je de dialoog niet op gang tussen mensen die tegen homoseksualiteit zijn en degenen die vinden, zoals ik, dat iedereen zijn ding moet doen”, zei Van der Pas.
In Rijssen-Holten wapperde de regenboogvlag niet, omdat de gemeente zich aan het vlagprotocol houdt. Daarom hees CDA-wethouder Cornelissen de vlag in zijn tuin. „Het CDA staat voor een samenleving waarin iedereen gelijk is”, zei hij tegen de Stentor.
De SGP in Apeldoorn gaat donderdagavond tijdens een raadsvergadering weer vragen stellen over de mogelijke komst van een regenboogzebrapad. „We willen geen groepen mensen achterstellen”, benadrukt fractievoorzitter Van den Berge. „Maar zo’n zebrapad is niet de manier om discriminatie van mensen met een homoseksuele geaardheid tegen te gaan. En wat doen we als andere groepen ons vragen om iets neer te mogen zetten dat de aandacht vestigt op hetgeen waar zij voor staan?”