Ze laten ze thuis ongebruikt liggen, wat inmiddels heeft geleid tot tekorten in Duitsland en diverse andere lidstaten die de euro hebben ingevoerd.

Volgens de Bundesbank is het fenomeen niet nieuw. Toen Duitsers nog met de mark betaalden, bleef de pfennig (0,5 eurocent) ook veelvuldig in spaarpotten achter. Na tweeënhalf jaar betalen met de euro blijkt nu ook het merendeel van de eurocenten een min of meer vaste verblijfplaats te hebben gevonden.

Veel mensen vinden de kleine muntjes „vervelend” en potten ze thuis op. Finland besloot al bij de invoering van de euro op 1 januari 2002 de munten van 1 en 2 eurocent af te schaffen. Duitsland en andere eurolanden leken meer gehecht aan hun kleingeld.

De Bundesbank heeft de Duitse munt gevraagd om meer van de koperen muntjes te slaan en deed een oproep aan de Duitsers om zoveel mogelijk gepast te betalen. Winkels moeten erop letten dat ze over voldoende wisselgeld beschikken.