Topambtenaar OCW in de fout
De rechtbank in Den Haag heeft dinsdag scherpe kritiek geuit op een vroegere topambtenaar van het ministerie van Onderwijs. Volgens de rechtbank is er door de instructies van directeur-generaal J. Vrolijk valsheid in geschrifte gepleegd in de Jamby-zaak.
Het openbaar ministerie had in de Jamby-zaak drie lagere ambtenaren voor de rechter gebracht, maar volgens de rechtbank had ook de topman vervolgd kunnen worden. Vrolijk (1944) is per 1 juni bij het ministerie vertrokken; hij is vervroegd uitgetreden. De drie ambtenaren werken ook niet meer bij het departement. De rechtbank sprak hen dinsdag vrij. De beschuldigingen van het OM werden niet bewezen verklaard.
Het internetbedrijf Jamby zou voor het ministerie programma’s voor Kennisnet, het internetsysteem voor scholen, gaan ontwikkelen. Omdat er problemen waren met de Europese aanbestedingsregels, ging de samenwerking tussen Jamby en OCW niet door. Jamby kreeg een schadevergoeding van 900.000 gulden, die met behulp van valse facturen werd uitgekeerd.
Volgens de rechtbank gaf de topambtenaar aan zijn ondergeschikten opdracht een regeling te treffen, maar mocht dat van hem geen officiële schikking zijn. De rechtbank oordeelt dat de directeur-generaal had kunnen weten dat door deze instructie de lagere ambtenaren stukken wel moesten vervalsen.