Kerk & religie

Wonderlijke raad

Efeze 1:7

Martin Bucer
3 October 2017 07:58Gewijzigd op 16 November 2020 11:36Leestijd 2 minuten

„In Welke wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden, naar de rijkdom van Zijn genade.”

Het leven wordt ons naar verdienste en tegen onze wil ontnomen. Uit liefde tot dit leven verzetten wij ons op duizend manieren tegen de wil van God. Maar de Heere Jezus verklaarde dat Hij de Vader waarachtig liefhad, op Wiens bevel Hij Zich vrijwillig aan de dood had overgegeven, terwijl Hij niets verschuldigd was. Dit was de bewonderenswaardige raad Gods over ons en Zijn gedachten, die elke beschrijving te boven gaan, waarover Psalm 40 zingt: „U hebt, o Heere God, Uw wonderen groot gemaakt, Uw gedachten zijn te veel dan dat men ze in orde kan verhalen.” Hoeveel ik er ook over zou willen vertellen of spreken, men kan ze niet voldoende verhalen. Offer en brandoffer hebt U niet goedgekeurd. U hebt mij de oren doorboord, namelijk opdat ik voortdurend in Uw huis zou dienen, geheel en al toegewijd aan Uw wil, zoals met de knechten gebeurde die er genoegen in vonden om hun heer blijvend van dienst te zijn (Exodus 21:6). Brandoffer en zondoffer hebt U niet geëist voor de zonden. Toen heb Ik gezegd: Zie, Ik kom. Op de rol van het boek is over Mij geschreven. Dat Ik Uw welbehagen zou doen, o Mijn God, daarin heb Ik lust. En Uw wet is in Mijn binnenste, zodat ik in niets meer zozeer vreugde heb als in de ijver om Uw wil te doen” (Psalm 40:6-11).

Martin Bucer, predikant in Straatsburg

(”De brief van Paulus aan Efeze”, 1527)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer