Het gaat om twee van de oudste financiële instellingen voor vermogende particulieren in Nederland. Theodoor Gilissen stamt uit 1881. Insinger heeft zelfs een geschiedenis die teruggaat tot het jaar 1779.

Volgens bestuursvoorzitter Peter Sieradzki ontstaan er door de samensmelting diverse schaalvoordelen. Zo kan er extra worden geïnvesteerd in ICT-systemen, ontstaat er meer ruimte voor innovatie en profiteren bestaande én nieuwe cliënten van een groter aanbod aan zogeheten private banking diensten en producten.

De organisatie heeft nu ruim 300 medewerkers en het beheerd vermogen komt neer op circa 25 miljard euro. Aanvankelijk telden de banken bij elkaar opgeteld nog meer dan 400 banen. Sieradzki verklaart dat er zestig vaste arbeidsplekken zijn geschrapt. Daarnaast zijn veertig Londense banen overgegaan naar zusterbedrijf Brown Shipley.

De fusie werd mogelijk doordat het moederbedrijf van Theodoor Gilissen, KBL European Private Bankers, Insinger de Beaufort heeft overgenomen. Daardoor werden beide banken onderdeel van het netwerk van KBL, dat op zijn beurt weer eigendom is van een investeringsvehikel van een aantal private investeerders uit Qatar.