Europese conventie donderdag van start
In Brussel heeft donderdag het startschot geklonken voor de conventie die voorstellen moet ontwikkelen voor ingrijpende hervormingen binnen de Europese Unie. Het is de eerste keer dat bij een verdragsherziening deze methode, bedoeld als voorbereidende fase op de definitieve besluitvorming, wordt toegepast.
Aanleiding. Directe aanleiding om te gaan praten over een reorganisatie van de EU is de uitbreiding. In 2004 treden er naar verwachting tien kandidaat-lidstaten toe. Met straks een zo omvangrijke groep leden aan tafel zal het met de tot dusver geldende spelregels moeilijk zijn om slagvaardig te opereren en snel beslissingen te nemen. Aanpassingen zijn nodig om de Gemeenschap bestuurbaar te houden.
In december 2000 hebben de regeringsleiders al geprobeerd overeenstemming te bereiken over noodzakelijk geachte veranderingen. Dat overleg was echter weinig succesvol. Het toen door hen gerealiseerde Verdrag van Nice schiet tekort. Daarom volgt nu een nieuwe poging.
IGC. De bevoegdheid om verdragswijzigingen aan te brengen berust volgens de bestaande voorschriften bij de regeringen van de lidstaten. Zij beleggen daartoe een zogeheten intergouvernementele conferentie (IGC), de aanduiding voor de onderhandelingen in dit verband. Verder is er unanimiteit vereist.
Ditmaal gaat eerst een conventie aan de slag. Zij discussieert en analyseert en reikt concrete suggesties aan. Haar werkzaamheden dienen in de loop van volgend jaar te zijn afgerond. Daarna, waarschijnlijk in 2004, vindt alsnog een klassieke IGC plaats en hakken de presidenten en premiers de knopen door. Zij behoeven zich daarbij strikt genomen niets aan te trekken van de standpunten van de conventie.
De constructie van een conventie werd eerder, twee jaar geleden, beproefd bij het opstellen van het handvest voor de grondrechten van de burger. Het slagen van dat project vormde aanleiding om nu ook voor deze aanpak te kiezen bij een verdragsherziening.
Opdracht. De regeringsleiders hebben tijdens hun top van afgelopen december in Laken formeel besloten tot het bijeenroepen van de adviescommissie. In een verklaring sommen zij een groot aantal vragen op die zij haar voorleggen. In feite is er sprake van een open mandaat; alles kan aan de orde komen.
Belangrijke thema’s zullen zijn de werkwijze, de samenstelling en de positie van de Europese Commissie, de Raad van Ministers en het Europees Parlement, een afbakening van de taken tussen de EU en de afzonderlijke overheden, de doelstellingen van de Unie, haar rol in de wereld en de doorzichtigheid voor de burger (transparantie) van hoe het beleid en de bijbehorende maatregelen tot stand worden gebracht.
Samenstelling. De conventie telt 105 deelnemers. De regeringen van de vijftien huidige lidstaten en van de dertien kandidaat-lidstaten (Bulgarije, Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Tsjechië en Turkije) vaardigen elk één persoon af. Nederland stuurt oud-minister van Buitenlandse Zaken Van Mierlo (D66) het veld in. De nationale parlementen hebben elk twee vertegenwoordigers aangewezen. Namens Den Haag mogen het Tweede-Kamerlid Timmermans (PvdA) en het Eerste-Kamerlid Van der Linden (CDA) hun bijdrage leveren.
De Europese Commissie is met twee personen, de Fransman Barnier en de Portugees Vitorino, van de partij. De delegatie uit het Europees Parlement ten slotte omvat zestien mensen, onder wie de Nederlandse christen-democrate Maij-Weggen. Voorts zijn er de voorzitter en twee vice-voorzitters. Dat brengt het totaal op 105.
Presidium. Als voorzitter van de conventie treedt op de vroegere Franse president Giscard d’Estaing. Hij is met zijn 76 jaar tevens de nestor van het gezelschap. De vice-voorzitters zijn twee ex-premiers: Dehaene van België en Amato van Italië. Behalve dit driemanschap hebben negen andere conventiegangers zitting in het twaalfkoppige presidium.
Dit ’dagelijks bestuur’ speelt een belangrijke rol. Het zet namelijk de lijnen uit als er conclusies moeten worden getrokken en als er eindteksten worden geformuleerd. Het zal ook veel vaker vergaderen dan het voltallige forum. Dat komt, zo is voorlopig voorzien, 22 keer gedurende twee dagen bijeen, in het gebouw van het Europees Parlement in Brussel.