Dat is de uitkomst van een bezinning binnen het bestuur van KOEH op de missie, visie en doelstellingen van de stichting. Dit meldt de stichting in haar jaarverslag over 2003, dat deze week verschijnt.

Ontwikkelingen in Oost-Europa waren de aanleiding tot de bezinning. Er is volgens het stichtingsbestuur in Oost-Europa een jonge generatie die verder af staat van het communisme, maar die nog wel te maken heeft met de gevolgen ervan. „Ze leren meer en meer eigen verantwoordelijkheden te dragen en zoeken steun op hun weg naar zelfstandigheid. Er is een hang naar economische ontwikkeling. Ook de toetreding van een aantal landen tot de Europese Unie speelt hierin een rol. Deze ontwikkelingen vragen van Kom Over En Help een andere benadering. De verdere invulling ervan zal in de komende jaren concreet gestalte krijgen”, aldus het bestuur.

Het jaarverslag meldt verder dat de hulpverlening in Oost-Europa volgens plan kon worden uitgevoerd. KOEH werkte in de landen Albanië, Bulgarije, Moldavië, Oekraïne, Roemenië, Servië en Wit-Rusland samen met lokale non-gouvernementele organisaties (ngo’s), met plaatselijke kerken of diaconieën en met regionale comités die voor de hulpverlening gevormd zijn. De stichting stimuleert de comités al een aantal jaren om steeds meer als zelfstandig verantwoordelijk orgaan te functioneren.

KOEH zegt te streven naar kwaliteitsontwikkeling in het werk zelf, maar ook naar een zo goed mogelijk aansluiten bij lokale behoeften. Daarnaast wil de stichting de eigen zelfstandigheid en de verantwoordelijkheid van de ontvangers stimuleren. De hulp in Tsjechië, Slowakije, Hongarije en de Karpaten (Oekraïne) werd in het verslagjaar volledig afgebouwd.

De baten uit eigen fondsenwerving over 2003 komen uit op totaal ruim 2,2 miljoen euro. Dat is in vergelijking met een jaar daarvoor 74.000 euro meer, een stijging van ongeveer 3,4 procent.