Onverkwikkelijke strijd om rechte erfenis van Luther
Al snel na de dood van Luther ontbrandde er een strijd om zijn erfenis. Volgelingen vonden dat Melanchthon Luthers nalatenschap verloochende door te zeer het compromis met de Rooms-Katholieke Kerk te benadrukken. Joachim Westphal, leerling van Luther én Melanchthon, zat tussen twee vuren.
Dr. Reiner Gerwin Kuhn, predikant van de Evangelisch-reformierte Kirche in Hamburg, promoveerde dinsdag in Amsterdam op deze Joachim Westphal (1510-1574). Westphal studeerde in Wittenberg en werd predikant aan de lutherse St.-Katharinen Kirche in Hamburg. Hij speelde een belangrijke rol in de uiteenzetting rond het Interim van 1548, de poging van de overheid om de rooms-katholieke en de protestantse kerken in het Duitse rijk liturgisch en praktisch te verenigen.
Westphal zag daarin een duidelijk gevaar voor het voortbestaan van de zuivere lutherse leer. Hij wilde de erfenis van Luther bewaren, net als vele anderen in zijn tijd. Kuhns proefschrift, ”Bekennen und Verwerfen. Westphals Ringen um Luther und Melanchthon”, verwoordt in de titel de moeilijke positie van Westphal. Hij leek tussen twee vuren te zitten.
De crisis van het Interim daagde Westphal uit tot het opstellen van een eigen theologisch profiel, zo zet Kuhn in zijn proefschrift uiteen. „Als tegenstander van het Interim plaatste hij de reformatorische inzichten van Luther in een nieuw kader en worstelde hij met Melanchthons positievere interpretatie van het Interim. Mijn onderzoek werpt een nieuw licht op Westphal als luthers theoloog, die zich van zijn leraren emancipeert en een verrassende bijdrage levert aan de steeds grotere confessionele diversiteit binnen de protestantse beweging vanaf 1548.”
Is de betekenis van Westphal ondergesneeuwd?
„Ja eigenlijk wel. Hij is vooral bekend geworden door zijn verzet tegen Calvijns visie op het avondmaal, wat geleid heeft tot een tweede avondmaalsstrijd, na die rond de opvattingen van Zwingli. Het boeiende van Westphal is dat hij enerzijds de erfenis van Luther van harte verdedigde –door onder meer een bloemlezing van diens werken te publiceren–, maar anderzijds de lutherse traditie minder rechtlijnig en fanatiek onderschreef dan andere lutheranen. Hij had iets irenisch. Hij probeerde ook Melanchthon vast te houden, wat hem uiteindelijk niet gelukt is.”
Heeft de discussie niet iets onverkwikkelijks: wie is de rechtmatige opvolger van een stichter van een groepering, in dit geval Luther?
„Het is altijd een risico om zich te beroepen op iemand die dertig jaar daarvoor geweldige dingen heeft gezegd over het christelijk geloof. Westphal wilde het gedachtegoed van Luther transformeren naar zijn tijd en deed dat overtuigend. Hij zag de openingen van Melanchthon naar de niet-luthersen, maar negeerde die feitelijk. Uiteindelijk werd de avondmaalsleer een sjibbolet. Melanchthon nam de calvinistische visie op het avondmaal over en verwierp de lutherse gedachte van de alomtegenwoordigheid van het lichaam van Christus na Zijn hemelvaart.”
Was Melanchthon zijn tijd vooruit in het scheppen van openingen naar rooms-katholieken en medeprotestanten?
„Ik denk van wel. Hij heeft gezien dat in een andere situatie, zoals die van het Interim en de Schmalkaldische Oorlog, een ander antwoord van de kerk nodig was. Hij wilde de openingen in de Augsburge Confessie richting de Katholieke Kerk benutten en aandacht vragen voor de pluraliteit in het protestantisme. Dat kwam ook door zijn humanistische achtergrond. Elke tijd kent zijn eigen uitdagingen, zoals nu de aanwezigheid van de verschillende niet-christelijke godsdiensten in het Westen. Voor de pluraliteit in het protestantisme in zijn tijd was Westphal blind. Voor hem en zijn geloofsgenoten was elke afwijking van de oorspronkelijke leer van de rechtvaardiging een bedreiging voor het lutherse protestantisme. Dat neemt niet weg dat zowel Luther als Melanchthon een grote denker was, die beiden veel betekend hebben in de geschiedenis, ieder op zijn eigen wijze.”
U bent predikant in Hamburg, Westphal was dat ook. Wat is er vooral veranderd in die 500 jaar?
„Westphal kwam als luthers predikant in 1552 fel in verzet tegen de gereformeerde vluchtelingengemeente uit Londen die onderdak zocht in Hamburg. Ze moest uiteindelijk naar Frankfurt uitwijken. De lutherse geestelijke stand in Hamburg besloot tot het midden van de negentiende eeuw geen andere confessie in de stad toe te laten. Gelukkig is dat allemaal verleden tijd. De christenen zijn vandaag met rond de 40 procent een minderheid in Hamburg. Met het oog op de sociale problemen en de groeiende stroom van gevluchte moslims werken de kerken op een goede manier samen. De oecumene en de interreligieuze dialoog spelen een vitale rol in onze stedelijke en bonte samenleving.
En is het geen glimlach van de geschiedenis dat juist een Hamburgse gereformeerde predikant als ik in mijn dissertatie het beeld van de strenglutherse Westphal 500 jaar later in een nieuw positief licht stel?”