Israël, een heerlijk volk!
Efeze 2:4a
„Maar God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons heeft liefgehad (…).”
God neemt hen met wie Hij een verbond sluit onder Zijn bescherming. Hij belooft dat Hij hen als hun God zal laten kennen. Van hun kant nemen zij het op zich om hun leven naar Zijn wil in te richten en Hem als hun God te vereren. Voor wie dit alles nog niet helemaal duidelijk is, moet maar eens lezen op welke wijze Jozua het verbond tussen God en het volk Israël heeft vernieuwd (Jozua 24:31). Dan zal hij de waarheid van deze dingen erkennen. Ook is de aard van dit verbond karakteristiek beschreven in Genesis 17:7.
Verder wordt er over een waardigheid van het Israëlitische volk, waaraan de apostel hier herinnert, op een prachtige manier gesproken in Deuteronomium 4:7. Want de schrijver zegt: bij welk heerlijk volk zijn de goden zo nabij als de Heere onze God ons nabij is, wanneer we Hem aanroepen? Welk heerlijk volk is er dat wetten heeft en zulke rechtvaardige inzettingen en rechten, zoals de gehele overlevering is, die ik u heden doorgeef? Ook in de Psalmen en in de profeten wordt herhaaldelijk deze hoge betekenis van het volk Gods geroemd.
Martin Bucer, predikant te Straatsburg
(”De brief van Paulus aan Efeze”, 1527)