ETF Leuven start academisch jaar met 200 studenten
De Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in het Belgische Leuven begint het academisch jaar 2017-2018 met 57 nieuwe studenten. Daarmee komt het totale studentental opnieuw uit op ruim 200.
Dat bleek maandag tijdens de opening van het academisch jaar van de ETF. Er schreven zich 26 nieuwe studenten in voor een programma op bachelorniveau, 26 op masterniveau en 5 voor het doctoraatsprogramma.
Prof. dr. Pieter Boersema, hoogleraar godsdienstwetenschappen en missiologie aan de ETF, hield maandag een lezing over ”Misverstanden tussen migrantenkerken en gevestigde kerken als bron voor geloofsvernieuwing”. Hierbij ging hij vooral in op „het verhaal” van de christenmigranten in West-Europa. Volgens actuele schattingen gaat het in Nederland om 1,3 miljoen mensen, oftewel ruim 7 procent van de bevolking. In België betreft dat zo’n 5 procent, circa 600.000 personen.
De komst van christenmigranten naar West-Europa, vanaf de tweede helft van de vorige eeuw, leidde bij de gevestigde kerken tot verschillende reacties. In het begin was er enthousiasme bij kerken en zendingsorganisaties, die bijvoorbeeld tot uiting kwam in de oprichting van de organisatie Gospel from Africa to Europe.
Sinds de grotere immigratiestromen naar Europa in de 21e eeuw is de reactie veel negatiever, ook onder christenen, aldus prof. Boersema. „Aan de ene kant is er vanuit het Westen openheid om vluchtelingen te ontvangen en voor hen te zorgen, zodat ze ook deel kunnen uitmaken van onze samenleving, maar aan de andere kant blijft het tussen kerken en christenmigranten meer een oppervlakkig gebeuren en zijn de kritieken en de daarbij behorende misverstanden duidelijk aanwezig.”
Er zijn volgens de hoogleraar twee uitersten: men beschouwt migranten positief als een verrijking en noodzakelijk vanwege de vergrijzing van de samenleving, of men duidt hen als negatief omdat ze gebruikmaken van de sociale voorzieningen – terwijl ‘ons’ land al vol zou zijn.
Het multiculturalisme van de jaren negentig bleek niet echt duurzaam, aldus prof. Boersema. „Veel aandacht voor de culturele verschillen, ook in de keuze voor onderwijs met aandacht voor de taal en religie, was misschien goed bedoeld, maar kon de bevolkingsgroepen niet echt bij elkaar brengen.”
Prof. Boersema typeerde de migrantenkerken als voorbeelden van subculturen die in cultureel en religieus opzicht veel van de samenleving als geheel kunnen verschillen, „maar wel herkenbaar zijn als volgelingen van Jezus Christus.” Voor vertegenwoordigers van de „westerse academische cultuur” geldt volgens hem dat ze de kennis van de volheid van Gods liefde niet alleen rationeel of empirisch kunnen bevatten. „In de huidige context hebben wij ze nodig om nieuw inzicht te krijgen in wat het Evangelie, de goede en blijde boodschap, voor kerk en samenleving kan betekenen.”