Kerk & religie

Dr. Vreugdenhil – De goede strijd tegen kwade machten

De verzoening door het bloed van Christus blijft voor dr. G. C. Vreugdenhil het hart van de Bijbelse boodschap. Maar meer dan veel collega’s vraagt hij aandacht voor de realiteit van boze machten en hoe daartegen te strijden. „Paulus zegt dat we de duivel geen plaats moeten geven.”

23 September 2017 11:36Gewijzigd op 16 November 2020 11:33
Met zijn jongste boek, ”Geestelijke strijd in de kracht van Jezus” (Artios Reeks Gereformeerde Bond), wil dr. G.C. Vreugdenhil de lezers toerusten voor de geestelijke strijd. beeld RD, Anton Dommerholt
Met zijn jongste boek, ”Geestelijke strijd in de kracht van Jezus” (Artios Reeks Gereformeerde Bond), wil dr. G.C. Vreugdenhil de lezers toerusten voor de geestelijke strijd. beeld RD, Anton Dommerholt

Een christen heeft een strijd op aarde. Niet alleen tegen zijn zondige aard en de wereld met al zijn verleidingen, maar ook tegen de geestelijke boosheden in de lucht. Met zijn jongste boek ”Geestelijke strijd in de kracht van Jezus. Gelovig weerstand bieden aan de boze” (uitg. Groen; 214 blz., € 13,50) wil dr. Vreugdenhil de lezers daarvoor toerusten.

Het was zijn verblijf in Chili dat bij de hervormde predikant uit Gouda een bijzondere belangstelling voor dit onderwerp wekte. „Ik doceerde aan een seminarie waar voornamelijk studenten uit pinksterkerken studeerden. Daar speelde het thema van de geestelijke strijd heel sterk. Veel gemeenteleden waren in een heidense context tot geloof gekomen, en ervoeren soms nog sterk de zuigkracht van het oude leven. Anderen spraken over nachtelijke bezoeken van een demon. Door dit soort ervaringen kon ik niet om het onderwerp heen. Met wat ik hoorde en van nabij zag, ging ik terug naar de Schrift.”

Hoe verklaart u de opvallende manifestatie van demonische machten in Afrika, Latijns-Amerika en Azië?

„Deze culturen zijn niet door de verlichting heen gegaan. Veel stammen zitten religieus nog dicht tegen het animisme aan, waardoor de openheid voor de invloeden van demonen groter is.”

Wat dat betreft had de verlichting ook voordelen?

„Die heeft veel bijgeloof weggefilterd. De schaduwzijde is dat door de eenzijdige focus op de ratio al het onzichtbare in de westerse wereld wordt ontkend of genegeerd. Het geloof in demonen wordt als uiting van bijgeloof of een zieke psyche gezien. De Bijbel spreekt erover als een realiteit, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament.”

Wat verstaat u precies onder occultisme?

„Het direct en bewust contact zoeken met de onzichtbare wereld van geesten en demonen. Daarnaast is er de indirecte invloed van satan. Paulus heeft het over de god van deze wereld, die de mensen verblindt. Denk aan het atheïsme, dat een groot deel van de westerse wereld in zijn greep heeft. Op alle mogelijke manieren probeert satan het Evangelie te dwarsbomen. In onze cultuur zie je vooral zijn indirecte werking: in de normvervanging, het nihilisme en het hedonisme dat wordt gepromoot, extreem gewelddadige computergames, de irreële haat tegen Israël.”

Ziet u ook de directe invloed van satan in Europa weer toenemen?

„Zeker. Dat heeft te maken met de afnemende invloed van het christendom. Mensen houden behoefte aan iets wat boven hen uit stijgt. Dat geeft een grote openheid voor oosterse religies met alle begeleidende rituelen, zoals het oproepen van geesten en andere vormen van occultisme.”

Hoe ziet u de relatie tussen de zondigheid van de mens en de invloed van satan?

„We kunnen onze schuld en verantwoordelijkheid niet afschuiven naar satan. Paulus zegt dat we de duivel geen plaats moeten geven. Zodra je dat doet, gaat hij stoken. De remedie is niet het wegsturen van een demon, al kan dat soms nodig zijn, maar persoonlijke bekering. Daar ligt mijn kritiek bij bevrijdingspastoraat waarin alle nadruk ligt op de kwade invloed van demonen die door gebed moeten worden uitgedreven.”

Wanneer spreekt u over occulte belasting?

„Als mensen de duidelijke grens die God in Zijn wetgeving aan Israël heeft gegeven over zijn gegaan, en daar de gevolgen van ondervinden. In een opvallende afkeer van de Bijbel, irrationele angsten, onverklaarbare lichamelijke pijnen… Die verschijnselen kunnen ook een psychische achtergrond hebben. Dat vraagt om voorzichtigheid in het pastoraat. Jezus zag feilloos het verschil tussen klachten met een fysieke en klachten met een demonische oorsprong. Dat is ons niet gegeven. Daarom is er geen programma voor bevrijdingspastoraat te maken. In elke situatie zal de Heere God ons door Zijn Geest duidelijk moeten maken wat de oorzaak van klachten is. Meer dan eens is er sprake van een combinatie. Een bepaalde psychische kwetsbaarheid kan mensen extra gevoelig maken voor demonisch invloeden. Dat was heel duidelijk het geval bij Tristan van der V. Daarom pleit ik het slothoofdstuk van mijn proefschrift voor een integrale aanpak, waarbij zowel een christenpsychiater als een pastor is betrokken. Ook op dit gebied is pastoraat maatwerk en moet je je professionele grenzen bewaken.”

De kop van satan is door Christus’ kruisoffer en opstanding vermorzeld. Wat betekent dat voor zijn macht in deze bedeling?

„Tegenover de Heere Jezus heeft hij geen schijn van kans, maar voor ons mensen is hij nog altijd een geweldige bedreiging. Hij gaat rond als een brullende leeuw, zij het een in beginsel verslagen leeuw.”

U maakt een onderscheid tussen omsingeling of beïnvloeding, gebondenheid en bezetenheid door satan.

„Ja, dat onderscheid vind ik heel wezenlijk. Nogal wat Bijbelvertalingen geven het Griekse woord ”daimonizomai” weer met ”bezeten”, terwijl het in de meeste teksten gaat om een vorm van gebondenheid. Er is een groot verschil tussen bezetenheid en het onder invloed staan van demonen. Met de beïnvloeding van de boze hebben we allemaal te maken. Geef je er gehoor aan, dan kan er gebondenheid ontstaan. Een goed voorbeeld is pornoverslaving. Bezetenheid gaat verder. Dan heb je geen eigen persoonlijkheid en wil meer. Je bent dan echt bezet gebied. Lees de geschiedenis van Legio, in Markus 5. Die man was een willoze slaaf van het legioen demonen dat bezit van hem had genomen.”

Welke taak heeft de christelijke gemeente ten opzichte van mensen bij wie er sprake is van gebondenheid?

„Het gebed om bevrijding hoort onderdeel te zijn van het reguliere pastoraat. Het vraagt wel toerusting. Daarom heeft een aantal predikanten uit de kring van de Gereformeerde Bond Machsèh opgericht, een kennisplatform voor bezinning op en toerusting tot heling en vernieuwing voor predikanten, kerkelijk werkers en ambtsdragers.”

U besteedt er ook in uw prediking veel aandacht aan.

„Dat heeft met mijn levensgang te maken. In Chili is deze thematiek met kracht op mijn weg geplaatst. Ik wil anderen nu deelgenoot maken van wat ik zelf vanuit de Bijbel over dit onderwerp heb geleerd. Als de Schrift er nadrukkelijk aandacht voor vraagt, moeten ook wij dat doen. Ik heb er een bepaalde gevoeligheid voor gekregen.”

Bestaat niet het gevaar dat het buitenproportionele verhoudingen krijgt in prediking en pastoraat?

„Het centrum van de prediking is ook voor mij de Heere Jezus en Zijn werk. Ik heb hier intrede gedaan met het woord van Paulus dat hij niet meer wenste te weten dan Jezus Christus en die gekruisigd. Maar waar Jezus centraal staat, Zijn Naam wordt grootgemaakt en de Geest krachtig werkt, worden ook de boze machten actief. Daar moet je wel iets van afweten, zonder dat je er het hoofdthema van maakt. Dat is een valkuil voor christenen in Zuid-Amerika. Daar kreeg ik te horen dat satan machtig is maar God almachtig, iets wat je overigens ook hier soms hoort. Alsof het om twee concurrerende machten gaat. Het Bijbelse beeld is heel anders. De Heere God is de Schepper van alles. Hij regeert, en ergens in die regering heeft satan een plaats, als overwonnen vijand. Niet minder maar ook niet meer.”

Hoe verhoudt uw visie op de mogelijke doorwerking van occultisme in families zich tot het Bijbelse gegeven dat de kinderen niet worden gestraft om de zonden van de ouders?

„Zonde is een persoonlijke zaak. Wel werken de gevolgen van zondige keuzes door in volgende geslachten. De overdraagbaarheid van occulte belasting is vanuit de Bijbel minder duidelijk te staven, maar door situaties waarmee ik ben geconfronteerd laat ik de mogelijkheid open. Zo had het zoontje van een Chileense vrouw die zich met spiritisme bezighield ’s nachts heel angstig dromen.”

Een groot deel van uw boek is gewijd aan het belang van de geestelijke strijd voor elke christen. Vraagt die strijd niet om radicalere keuzes?

„Tegen alles nee zeggen is niet de goede strategie, maar een zekere radicaliteit is absoluut Bijbels. Die begint met de strijd tegen het eigen ik, waar in onze cultuur alles om draait. Zelfexpressie is het hoogste doel. Dat werkt ook onder christenen door. Onze kinderen wordt geleerd dat ze het beste uit zichzelf moeten halen. Zit er zo veel goed in onszelf? De Heere Jezus leert ons iets heel anders. Deze manier van denken plaatst ons in het schema van de tegenstander. Wat we nodig hebben, is een Bijbelse identiteit. Die krijgen we alleen als het Woord ons denken impregneert. Daarin ligt de bescherming tegen boze machten. En in de inwoning van de Heilige Geest. Omdat we lekkende vaten zijn, blijft het gebed om gedurige vervulling met de Geest een dagelijkse opdracht.”

Dr. G. C. Vreugdenhil

Gerrit Cornelis Vreugdenhil (Utrecht, 1968) studeerde theologie aan de theologische faculteit van de Universiteit Utrecht, met als hoofdvak Oude Testament en als bijvak missiologie. De laatste jaren combineerde hij de studie met het docentschap Bijbels Hebreeuws aan deze universiteit. In 1998 werd hij door de Gereformeerde Zendingsbond uitgezonden naar Chili. Daar was hij docent aan de interkerkelijke Evangelisch Theologische Faculteit. In 2007 werd hij bevestigd tot predikant van de hervormde gemeente te Woerden. In 2013 promoveerde hij op een dissertatie over Psalm 91 en de (oudoosterse) bedreiging door demonen, onder de titel ”Onheil dat voorbijgaat”. Die belicht hoe men ten tijde van het Oude Testament omging met geesten en demonen en de relevantie daarvan voor vandaag. Aanleiding voor de studie waren dr. Vreugdenhils eigen ervaringen in Chili. Sindsdien vraagt hij door middel van publicaties, lezingen en zijn website aandacht voor de realiteit van kwade machten en de strijd daartegen. Sinds september 2014 is hij als predikant verbonden aan de hervormde Sint-Jansgemeente te Gouda. Dr. Vreugdenhil is gehuwd met Corine Vader. Het echtpaar heeft drie kinderen in de leeftijd van 16 tot 21 jaar.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer