In een lange reactie constateert Barnier dat Londen voor het eerst om toegang tot de interne markt na de brexit vraagt. May stelt een tijdelijke overgangsperiode voor nadat het land uit de unie stapt, op 29 maart 2019. Dit verzoek kan worden onderzocht als de andere 27 lidstaten dat willen, aldus Barnier. Dan blijft de bestaande EU-wetgeving, financiering en toezicht van toepassing. Dat geldt ook voor de samenwerking op veiligheidsgebied, die May wil voortzetten in die periode.

Barnier stelt ook vast dat de Britse regering „erkent dat de andere lidstaten niet meer moeten gaan betalen of minder zullen ontvangen door de brexit.” De meerjarenbegroting van de EU loopt nog twee jaar door na 2019. „We staan klaar om de concrete consequenties van deze belofte te bespreken”, aldus Barnier. Maandag begint de vierde onderhandelingsronde in Brussel.

Daar verwacht hij van de Britten tekst en uitleg over hoe ze May’s woorden in daden willen omzetten. „Onze ambitie is om snel overeenstemming te bereiken” maar de scheiding moet voldoende geregeld zijn voordat de twee kampen over de toekomstige relatie kunnen beginnen. Over het begin van die volgende fase beslissen de EU-leiders. De belangrijkste kwesties zijn de rechten van de niet-Britse EU-burgers in het Verenigd Koninkrijk na de brexit en die van Britten in andere EU-lidstaten, de grens tussen Noord-Ierland en Ierland en de eindafrekening.