Cultuur & boeken

Hersenwetenschapper Jolles pleit voor grote rol ouders in puberteit

Werk in uitvoering! Bij een tiener zou je gerust een bordje met een tekst van die strekking kunnen zetten. Zowel de tiener als zijn omgeving moet hard aan het werk in deze perioden.

A. M. P. C. van Hartingsveldt-Moree
22 September 2017 11:35Gewijzigd op 16 November 2020 11:32
beeld iStock
beeld iStock

Hersenwetenschapper en psycholoog Jelle Jolles schreef een lijvig boek over tieners, waarin hij ouders, leraren en andere jongerenwerkers psychologische inzichten biedt om de tiener beter te begrijpen.

De tienerleeftijd wordt nogal eens gezien als een periode van verleidingen, risico’s en bedreigingen. Jolles doet dat niet. Hij ziet de tienerleeftijd als een periode van kansen en mogelijkheden. Een tiener is volgens hem werk in uitvoering, in twee opzichten. Allereerst is de tiener zelf flink aan zet, want hersennetwerken ontwikkelen zich volop in deze leeftijdsfase. Maar ook de omgeving heeft een serieuze taak: de tiener steunen, sturen en inspireren, zodat de tiener zich optimaal kan ontwikkelen.

Rol van ouders

Jolles legt uit wat er in deze leeftijdsperiode allemaal in het tienerbrein gebeurt. Hij is ervan overtuigd dat beter inzicht in de tiener en zijn brein goed is voor de tiener zelf en zijn omgeving. Met kennis van het tienerbrein kunnen opvoeders betere voorwaarden scheppen voor een goede ontplooiing van de tiener. Daardoor begrijpen ze waarom hij doet wat hij doet en waarom hij soms niet doet wat ze van hem of haar verwachten.

Het is opvallend dat de auteur op grond van hersenonderzoek pleit voor een duidelijke rol van opvoeders: „Je hebt een taak, want je kind is in ontwikkeling. Laat het niet aan de jongere zelf over om zijn of haar eigen weg te vinden. Zeg niet te snel: „Het is je eigen verantwoordelijkheid; je moet het zelf maar weten.” Geef steun, sturing en inspiratie. De leraar en ouders moeten de regie voeren over de ontwikkeling van de adolescent. Dat vergt een veel directere aanpak dan de gebruikelijke aanpak waarbij keuzes in grote mate worden overgelaten aan de tiener zelf. Door een meer activerende, inspirerende en structurerende rol kunnen ouders actiever bijdragen aan de zelfontplooiing van tieners.”

Ook voor het onderwijs aan tieners doet Jolles aanbevelingen. Hij pleit voor gepersonaliseerd leren en geeft op basis van hersenonderzoek aan waarom het begrijpelijk is dat veel tieners niet goed om weten te gaan met de huidige studievrijheid. Het is nodig dat docenten hun leerlingen echt kennen en de regie nemen over hun leerproces, zodat jongeren hun talenten kunnen ontwikkelen. Dat zou in het onderwijs moeten leiden tot een verschuiving van de aandacht richting de lerende persoon.

Bijbel en evolutie

Voortdurend klinkt in het boek van Jolles door dat de auteur een aanhanger van de evolutietheorie is. Dat vraagt van de christelijke lezer om daardoorheen te kijken. Tegelijkertijd dringen zich bij het lezen van dit boek voortdurend beelden uit het Spreukenboek op. De manier van opvoeden en onderwijzen zoals de auteur –op grond van hersenonderzoek– voorstaat, ligt heel dicht bij de opvoeding die de Spreukendichter aan zijn zoon geeft. Jolles pleit bijvoorbeeld voor het richting geven aan tieners, voor het benoemen van de gevolgen van het handelen en voor het leren van vaardigheden die ervoor zorgen dat de tiener meer weerstand kan bieden aan de groepsdruk. Doet Salomo dat niet voortdurend? „Mijn zoon, indien de zondaars u aanlokken, bewillig niet (…), want…” (Spreuken 1:10 en 16).

Dat doet met Ben Hobrink in verwondering uitroepen dat de Bijbel ook ten aanzien van de opvoeding de wetenschap duizenden jaren vooruit is. Dat benadrukt ook het grote belang van een centrale plek voor het Spreukenboek in het bijzonder en Gods Woord in Zijn geheel in de opvoeding van tieners.

Salomo kwam eens langs een akker (Spreuken 24). Hij zag dat deze vol distels en brandnetels was en dat de muur eromheen vervallen was. Hij trok er een belangrijke les uit. Een les die ook Jolles meegeeft: „Ouders en leraren zijn hoveniers in het hersentuintje van de tiener. Zij onderhouden het gewas, zorgen voor cognitieve en emotionele voeding en beschutting en begeleiden de groei. Daarmee scheppen zij de voorwaarden voor de persoonlijke ontplooiing van de tiener.”

Opvoeden van tieners

Het tienerbrein ontwikkelt zich volgens Jelle Jolles vanaf de leeftijd van ongeveer 10 jaar en is pas ongeveer rond het 25e levensjaar uitgerijpt. Hij deelt deze periode op weg naar volwassenheid in drie fasen in en geeft aan wat de rol van ouders in die periodes kan zijn.

10-14 jaar: vroege adolescentie

Ouder als manager: gericht sturen, gericht controleren.

14-16 jaar: middenadolescentie

Ouder als sturende coach: zacht en suggererend sturen, hard sturen, coachen door inspiratie.

Ouder als mentor: feedback geven, emotieregulatie, identiteitsvorming.

16-22 jaar: late adolescentie

Ouder als adviseur/consultant: informatie geven, routes wijzen.

Boekgegevens

”Het tienerbrein. Over de adolescent tussen biologie en omgeving”, Jelle Jolles; uitg. AUP, Amsterdam, 2016; ISBN 978 94 629 8398 4; 424 blz.; € 24,95.

Deze week kwam de publieksversie van het boek uit. Die kost € 14,99.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer