Mens & samenleving

Eenzame vraagt zich af of hij nog interessant genoeg is

Een eenzame kunstenaar (99) voor wie een expositie met zijn schilderijen wordt georganiseerd en die sindsdien weer mensen spreekt. Gepensioneerde zeebonken die achter de geraniums vandaan komen om kinderen te vertellen over de geschiedenis van hun wijk. Het zijn resultaten van Voor Mekaar, een programma waarmee Rotterdam eenzaamheid bestrijdt.

21 September 2017 18:45Gewijzigd op 16 November 2020 11:32
Rotterdamse 75-plussers krijgen jaarlijks bezoek. De vrijwilligers die langskomen, vragen hoe het met hen gaat, vullen een vragenlijst in en vertellen over de activiteiten die in de wijk worden georganiseerd. beeld Arnoud Verhey
Rotterdamse 75-plussers krijgen jaarlijks bezoek. De vrijwilligers die langskomen, vragen hoe het met hen gaat, vullen een vragenlijst in en vertellen over de activiteiten die in de wijk worden georganiseerd. beeld Arnoud Verhey

De een zegt dat hij sinds zijn pensionering de tijd van zijn leven heeft. Een ander geeft schoorvoetend toe dat hij de laatste jaren weinig mensen spreekt. „Vertellen dat je eenzaam bent, valt niet mee. Sommige mensen vinden je dan een sneu type”, weet programmamanager Marijke de Vries.

Het zijn pittige cijfers: in 2012 gaf 49 procent van de Rotterdammers aan zich matig tot ernstig eenzaam te voelen. Het aandeel onder 65-plussers was 56 procent. Niet voor niets koos het college dat in 2014 in de havenstad aantrad de bestrijding van eenzaamheid als een van zijn speerpunten.

De Vries kreeg het verzoek een plan te schrijven en de uitvoering ervan te coördineren. Dit programma, Voor Mekaar, richt zich op ouderen, mede omdat deze doelgroep tegenwoordig langer thuis moet blijven wonen.

Brief

Het actieprogramma bestaat uit diverse onderdelen. In publiciteitscampagnes wordt Rotterdammers gevraagd meer naar elkaar om te kijken. Bewonersinitiatieven zoals de zogeheten Lief en Leedstraten, waarbij buren zorg dragen voor elkaar, krijgen steun. Rotterdammers wordt een training aangeboden over eenzaamheid, waarin ze eenzaamheid beter leren herkennen en bespreekbaar maken.

Ook een jaarlijks huisbezoek aan 75-plussers is onderdeel van het actieprogramma. In 2015 kregen alle 34.000 75-plussers in de havenstad een brief met de vraag of vrijwilligers bij hen langs mogen komen om te vragen hoe het met hen gaat. Bijna een kwart van de ouderen reageerde positief. „Dat mogen er natuurlijk best meer worden, maar we kunnen ons als overheid niet opdringen”, zegt de programmamanager.

Probleem

„Iedereen heeft weleens het gevoel er alleen voor te staan”, aldus De Vries. „Erg hoeft dit niet te zijn. Eenzaamheid wordt pas een probleem als het langer duurt én het iemand niet lukt zichzelf eraan te ontworstelen.”

Volgens de programmamanager versterkt eenzaamheid zichzelf. „Iemand is eenzaam en maakt daardoor minder mee. Hij vraagt zich vervolgens af in hoeverre hij nog een interessante gesprekspartner is. Uitnodigingen van buurtbewoners om op de koffie te komen of een bijeenkomst in het buurtcentrum te bezoeken, slaat hij af.”

Eenzaamheid bespreekbaar maken, valt niet mee. „Anoniem durven mensen dat eerder toe te geven dan recht op de man af. Dat blijkt ook uit de resultaten van de anonieme vragenlijst, namelijk 56 procent, en die van de huisbezoeken, 24 procent.”

De Vries: „We blijven zoeken naar manieren om eenzaamheid boven water te krijgen. Wanneer iemand in alle toonaarden ontkent alleen te zijn, kunnen andere signalen voor een nietpluisgevoel zorgen. Denk aan een stapel ongeopende enveloppen, een bijna lege koelkast of een vervuild interieur. Als vrijwilligers dit na een huisbezoek melden, schakelen we het ouderenmaatschappelijk werk in.”

Ruwe stad

Vrijwilligers die een bijdrage aan Voor Mekaar leveren, komen zo veel mogelijk uit de wijk waar de betrokken senioren wonen. „De directe omgeving wordt steeds belangrijker voor ouderen, omdat hun mobiliteit afneemt en de familiekring steeds kleiner wordt.”

Er speelt nog iets anders: „Sommige ouderen doen voor bijna niemand meer de deur open. Mensen uit hun buurt zullen eerder hun vertrouwen winnen. Om een goede ingang bij allochtonen te hebben, nodigen we in elke wijk een vertegenwoordiger van de moskee uit voor de bijeenkomst die voorafgaat aan de huisbezoeken.”

Alledaagse zaken

De Vries heeft aan vrijwilligers geen gebrek. De tweetallen die bij 75-plussers langsgaan, vullen een vragenlijst in. De antwoorden worden door een team beoordeeld, waarin een wijkverpleegkundige en een ouderenmaatschappelijk werker zitten en iemand die goed zicht heeft op de activiteiten die in de desbetreffende wijk plaatsvinden.

Veelal vragen ouderen hulp bij alledaagse zaken. Ze hebben niemand om de tuin bij te houden of weten niet wie ze boodschappen kunnen laten doen als ze ziek zijn. Anderen durven geen bijeenkomst in het buurthuis te bezoeken, omdat ze de andere bezoekers nauwelijks kennen. „In het laatste geval is een maatje de oplossing. Die kan iemand over de spreekwoordelijke drempel helpen door mee te gaan naar een activiteit of iets met hem te ondernemen.”

Als er meer aan de hand is, worden professionals ingeschakeld. Dit is onder andere het geval wanneer iemand geen contacten meer heeft, te veel drinkt en de boel thuis laat versloffen. „Ook met iemand die zegt geen behoefte aan contact met anderen te hebben, kun je afspreken dat een buurvrouw om het hoekje kijkt als ze hem een aantal dagen niet heeft gezien.”

Groeten

Voor Mekaar heeft effect. „Terwijl de eenzaamheid onder 65-plussers dit jaar landelijk gezien toenam van 45 procent in 2012 naar 48 procent, daalde dit percentage in Rotterdam van 56 naar 53 procent. Er blijft wel werk aan de winkel, want het is een kleine afname.”

De Vries probeert haar steentje bij te dragen: „Sinds ik nauw bij de bestrijding van eenzaamheid betrokken ben, kijk ik veel meer om mij heen dan vroeger en stel ik mijzelf de vraag in hoeverre mensen zich alleen voelen.”

De Rotterdamse woonde enige tijd in Ooltgensplaat, een dorp dat zo’n 2500 inwoners telt. „Daar groeten mensen elkaar op straat. Ik moest er best aan wennen. Eenmaal terug in Rotterdam groet ik niet alleen medebewoners van mijn appartementencomplex, maar ook Rotterdammers die ik onderweg tegenkom. En als ik met iemand in de fietslift van de Maastunnel sta, knoop ik een praatje aan met mijn buurman of buurvrouw. Op die manier hoop ik bij te dragen aan een fijne woonomgeving.”

Vrijwilligers bezoeken jaarlijks Rotterdamse 75-plussers

Amina Molly (88) uit Rotterdam kreeg zo’n twee jaar geleden voor het eerst bezoek van twee vrijwilligers in het kader van het programma Voor Mekaar, waarmee de gemeente Rotterdam eenzaamheid onder 75-plussers wil bestrijden. „Ze komen elk jaar terug en vragen of ik hulp nodig heb. Die mensen doen hun werk goed, want de vervanging van een kapotte lamp was zo geregeld, omdat ze na hun bezoek snel iemand inschakelden.”

De weduwe heeft vier kinderen, die buiten Rotterdam wonen. „Af en toe komt er een dochter langs. Ik voel mij niet eenzaam. Gelukkig zijn er twee vrouwen die mij wekelijks bezoeken. Daar kijk ik naar uit. Soms ga ik bij een kennis op de koffie of woon ik een Bijbelstudie bij de Jehova’s Getuigen bij.”

Als de Rotterdamse hulp nodig heeft en niet weet waar ze moet aankloppen, belt ze de ouderenmaatschappelijk werker met wie ze na de huisbezoeken in contact kwam. „Hij regelt bijvoorbeeld iemand om het water in mijn verwarmingsketel bij te vullen.”

Fadime Hamamci (39) is een van de honderden vrijwilligers die 75-plussers bezoeken. „Ik woon in Rotterdam en deed al vrijwilligerswerk bij kinderen, ouderen en vrouwen toen ik voor de huisbezoeken werd gevraagd. Een bezoek blijft wat mij betreft niet beperkt tot het invullen van de vragenlijst. Ik maak graag een praatje met deze ouderen. Ze hebben daar vaak behoefte aan en ik geniet er ook van.”

De Rotterdamse heeft de Nederlandse en de Turkse nationaliteit. „Wanneer een Turkse oudere geen Nederlands kent, krijg ik vaak de vraag om bij hem langs te gaan of hem te bellen om uit te leggen wat een huisbezoek inhoudt.”

Hamamci heeft al tientallen huisbezoeken afgelegd. „Onze begeleider plant deze bezoeken. Mijn collega en ik leveren de ingevulde vragenlijsten bij haar in en melden eventuele bijzonderheden. Het invullen van de vragenlijst geeft een goede indruk van iemands leven. Hoe vaak komt hij buiten? Heeft hij familie of vrienden en ziet hij die regelmatig? Doet hij vrijwilligerswerk?”

De 75-plussers vinden het soms lastig om antwoord op de vragen te geven, merkt de vrijwilliger. „Vooral wanneer het gaat over de kwaliteit van hun leven, over hun gezondheid en over de vraag of ze eenzaam zijn.”

Het komt voor dat ouderen zeggen dat het prima gaat, maar dat de vrijwilligers een andere indruk krijgen. „Zoals een mevrouw die tijdens het gesprek verschillende keren net wist te voorkomen dat ze ging huilen. Of een andere oudere bij wie een volle asbak op tafel stond en die lege pakjes sigaretten om haar stoel had liggen. In dergelijke gevallen noteer ik op het formulier dat een vervolgbezoek nodig is.”

Hamamci geniet van de levenslust van sommige senioren. „Ik was eens bij een weduwnaar die heel positief overkwam. Hij kookte voor zichzelf en hield zelf zijn huis schoon. Sommige senioren schilderen en vinden het leuk om hun schilderijen te laten zien. Anderen vertellen trots verhalen over vroeger.”

Week tegen Eenzaamheid

De jaarlijkse Week tegen Eenzaamheid ging vandaag van start met het Nationaal Eenzaamheid Congres. Het betreft een initiatief van Coalitie Erbij, een landelijk samenwerkingsverband van maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor het verminderen van eenzaamheid. Tijdens genoemde week worden er onder andere buurtlunches georganiseerd en zijn er workshops, waarin mensen handvatten krijgen aangereikt om eenzaamheid te signaleren en erover in gesprek te gaan.

Volgens Coalitie Erbij voelen meer dan 1 miljoen Nederlanders zich sterk eenzaam. Ze missen de verbondenheid met anderen. „Het voorkomen en verminderen van eenzaamheid is niet eenvoudig”, zegt Arie Ouwerkerk, directeur van Coalitie Erbij. „De oorzaken verschillen van mens tot mens. Toch lukt het in veel gevallen om het gevoel van eenzaamheid te verminderen.”

Ook Kerk in Actie, de diaconale organisatie binnen de Protestante Kerk in Nederland, vraagt aandacht voor eenzaamheid. Het thema staat centraal tijdens de jaarlijkse Kerk & Zorgdag op 29 september. Een van de sprekers in het Landelijk Dienstencentrum Utrecht is bijzonder hoogleraar Anja Machielse, die gespecialiseerd is in het onderzoek naar kwetsbare ouderen.

samentegeneenzaamheid.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer