Vrouw krijgt toch boete voor wildplassen
Geerte Piening (23) moet toch een boete betalen voor het wildplassen bij het Leidseplein in Amsterdam. De kantonrechter veroordeelde haar maandag tot een bekeuring van 90 euro. De vrouw was naar de rechter gestapt omdat ze het oneerlijk vindt dat er veel meer openbare toiletten zijn voor mannen dan voor vrouwen.
„In Amsterdam zijn 35 openbare mannentoiletten en twee voor vrouwen. Ik was op dat moment 2 kilometer verwijderd van een vrouwentoilet en de nood was zeer hoog. Ik had geen alternatief”, betoogde Piening bij de rechtbank in Amsterdam. Ze noemde het discriminatie dat er veel meer mogelijkheden zijn voor mannen dan voor vrouwen om te plassen op straat.
De rechter ging hier echter niet in mee en oordeelde dat de gemeente terecht een verbod tegen wildplassen heeft staan in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). „Niemand mag plassen op straat. Maar ik ben het met u eens dat het lastiger is voor vrouwen dan voor mannen om op een openbaar toilet te plassen.” Dat er meer urinoirs zijn voor mannen komt volgens hem vermoedelijk doordat zij zich vaker schuldig maken aan wildplassen. „U bent pas de tweede vrouw die ik tegenkom in al die jaren dat ik dit werk doe.”
De rechter geloofde echter niet dat het zin heeft evenveel openbare toiletten te plaatsen voor mannen als voor vrouwen. „Je kunt als vrouw ook in een urinoir plassen. Dat is misschien niet prettig, maar het zou wel kunnen.” De boete viel overigens lager uit dan het oorspronkelijke bedrag van 140 euro, omdat het meer dan twee jaar heeft geduurd voordat de zaak voor de rechter kwam.
Piening wist nog niet of ze in hoger beroep gaat. „De uitspraak is wel terecht en was ook wel te verwachten, maar ik baal van de argumenten van de rechter, zoals dat hij zegt dat ik maar in een urinoir moet plassen.” Ze heeft inmiddels ook een brief aan de wethouder geschreven, maar wordt bij de gemeente naar eigen zeggen van het kastje naar de muur gestuurd. Aan media-aandacht in elk geval geen gebrek. „Ik hoop echt dat dit een agendapunt wordt.”
Of ze het nog een keer zou doen, durfde ze nog niet te zeggen. „Daar moet ik nog eens goed over nadenken.”