Binnenland

Historische bevrijdingsstoet jaarlijkse hoogtepunt

Een stoet van 200 oorlogsvoertuigen trekt zaterdag door de straten van Heelsum, Oosterbeek en Arnhem. Eef Peeters, eigenaar van het Arnhems Oorlogsmuseum, rijdt met ongeveer tien voertuigen mee. „Er staan er twaalf klaar, maar je weet nooit of ze allemaal starten.”

15 September 2017 17:14Gewijzigd op 16 November 2020 11:29
Eef Peeters sleutelt aan een Duitse Zundapp met zijspan. De SS’er die het voertuig in 1944 bestuurde, werd door een Barneveldse boer doodgeschoten die de motorfiets in onderdelen op zijn boerderij verborg.  beeld VidiPhoto
Eef Peeters sleutelt aan een Duitse Zundapp met zijspan. De SS’er die het voertuig in 1944 bestuurde, werd door een Barneveldse boer doodgeschoten die de motorfiets in onderdelen op zijn boerderij verborg.  beeld VidiPhoto

De historische optocht hoort bij de herdenking van de Slag om Arnhem, die zondag 73 jaar geleden plaatsvond. Samen met een groep vrijwilligers hoopt Peeters het einddoel te halen. „Het gebeurt regelmatig dat een voertuig onderweg strandt. Dan gaat er bijvoorbeeld een dynamo stuk. Dat is niet erg, het gebeurde in de oorlog ook.”

Het wagenpark van het Arnhems Oorlogsmuseum bestaat onder meer uit Zundapps, jeeps, Harley Davidsons en twee Duitse vrachtwagens. Een van de jeeps heeft Peeters helemaal zelf gebouwd.

„Het is een Britse jeep die tijdens de Slag om Arnhem is gebruikt door de geallieerden. Ik heb de wagen helemaal opgebouwd met in de buurt opgegraven onderdelen. De stoelen, banken, spatborden, wielen, motorkap, het stuur, het raamwerk: alles hebben we in de bossen gevonden. En hij rijdt super.”

Om telkens aan de optocht mee te kunnen doen, is Peeters vrijwel het hele jaar bezig de voertuigen te onderhouden. „Je moet natuurlijk de bandenspanning en het oliepeil meten, maar ook kijken of er geen muizen aan de bekleding hebben geknaagd.”

Vanaf zijn jeugd vergaart de 64-jarige Peeters alles wat met de oorlog te maken heeft. Dertig jaar geleden heeft hij met zijn verzameling het Arnhems Oorlogsmuseum opgericht.

John Frostbrug

De vereniging Race to the Bridge organiseert al meer dan tien jaar de historische optocht. De tocht is 40 kilometer lang en duurt meer dan twee uur. Om 14.00 uur worden de wagens op de Telefoonweg in Renkum opgesteld. Vanaf daar rijden ze door de bossen naar Oosterbeek en Arnhem. Eindpunt is de John Frostbrug over de Rijn. Daar kunnen belangstellenden de voertuigen van dichtbij bekijken.

Tijdens de optocht valt het verschil in beleving Peeters ieder jaar weer op. In Oosterbeek is de bevolking veel meer betrokken bij het evenement dan in Arnhem. „In Oosterbeek waan je je terug in de tijd. Duizenden mensen staan langs de kant. Ze zijn enthousiast, ze schreeuwen, ze springen; alsof ze net bevrijd zijn. Rijd je Arnhem binnen dan staan er echt maar drie mensen. Het leeft er totaal niet. Dat is jammer.”

Historisch besef

Dat de bevolking in beide plaatsen zo verschillend reageert, heeft te maken met de naoorlogse situatie. „Arnhem lag in puin en er woonden veel mensen. Na de bevrijding stortte het stadsbestuur zich dus vol op de huizenbouw, het op orde brengen van de infrastructuur en het aanleggen van water en elektriciteit. In Oosterbeek moest ook wel veel opgebouwd worden, maar men vond het ook belangrijk dat de oorlog in herinnering bleef. Er werd van alles verzameld, opgeschreven, gedocumenteerd en er kwam een museum.”

Het stadsbestuur van Arnhem vond een tweede oorlogsmuseum daarom niet nodig. Dat museum kwam er dertig jaar geleden dus wel, maar zonder steun van de gemeente. Nog steeds moet Peeters het zonder subsidie of andere hulp doen. „Ik wil niet klagen, maar het historisch besef van de gemeente staat duidelijk op een laag pitje.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer