Otto werd op 29 augustus naar de gevangenis in Vught gebracht vanwege vermoedens dat hij vanuit zijn cel in Middelburg een aanslag plande op de officier van justitie in zijn strafzaak.

De aanklager vertelde woensdag tijdens een zitting in de extra beveiligde rechtbank in Rotterdam dat de dreiging nog steeds reëel is. Er is volgens haar geen reden om Otto naar een normaal huis van bewaring te brengen omdat hij zich in Vught ook kan voorbereiden op zijn strafzaak.

Volgens zijn advocaat Louis de Leon zit Otto in Vught in het zwaarst denkbare regime terwijl er geen concrete aanwijzingen zijn voor een moordcomplot. De verdachte zit volledig geïsoleerd, kan geen bezoek ontvangen van zijn familie en mag maximaal drie keer per week kort bellen. „Hij gaat er geestelijk aan onderdoor.”

De rechtbank kan zich voorstellen dat het voor Otto lastig is om in Vught zijn verdediging voor te bereiden maar de omstandigheden zijn niet bijzonder genoeg om hem daar weer weg te halen.

Otto zit in voorarrest omdat hij zich schuldig zou hebben gemaakt aan afpersing, bedreiging, witwassen, mishandeling en brandstichting.

De verdediging beklaagde zich woensdag dat hij geen eerlijk proces krijgt, bijvoorbeeld omdat twee weken geleden nog 2700 tapgesprekken zijn verstrekt en er geen kans was geweest om die allemaal te beluisteren. De advocaat ontdekte afgeluisterde telefoontjes die in het voordeel van de 49-jarige verdachte zijn uit te leggen en hij denkt dat die informatie bewust is achtergehouden.

De officier van justitie ontkent dat. Zij zegt dat de tapgesprekken door een menselijke fout niet eerder zijn verstrekt. „Het is geen bewuste actie om de verdediging te frustreren.”

De zaak tegen Otto gaat op 6 november verder met een regiezitting in de bunker in Amsterdam.