De ondergang is nauwkeurig voorbereid. In april begon de Amerikaanse sonde aan de eerste van 22 duikvluchten, waarmee hij steeds dichter bij Saturnus kwam. Daarbij vloog de Cassini onder meer door de beroemde ringen rond de planeet. De sonde verrichtte ondertussen allerlei metingen en maakte foto’s van zijn omgeving, waar de mensheid nog nooit was geweest.

De Cassini is tot zijn laatste snik actief. Waarschijnlijk werkt de sonde nog één tot twee minuten na het binnengaan van de atmosfeer. In die korte periode moet de Cassini nog allerlei metingen verrichten en de gegevens terugsturen naar de aarde. Dan wordt hij door de krachten van Saturnus uit elkaar gescheurd. Dat gebeurt rond 13.54 uur Nederlandse tijd.

De Cassini is in 1997 gelanceerd en kwam na zeven jaar vliegen aan bij Saturnus en zijn minstens 62 manen. Hij ontdekte onder meer oceanen op de maan Enceladus en zeeën van vloeibaar methaan op de maan Titan. Inmiddels heeft hij bijna 8 miljard kilometer op de teller en raakt de brandstof (plutonium) langzaam op. Het neerstorten op Saturnus moet voorkomen dat de sonde ooit stuurloos inslaat op een van de manen rond de planeet. Daar zijn misschien sporen van leven te vinden. De vluchtleiding wil die niet vervuilen.

Samen met de Cassini ging ook de Huygens naar Saturnus. Die Europese sonde landde in 2005 op Titan. De maan was in 1655 ontdekt door wetenschapper Christiaan Huygens. Nog nooit was een verkenner geland op een plek zo ver van de aarde.