Veel uitkeringsgerechtigden bij ggz
Bijna een derde (30,8 procent) van alle mensen met een uitkering (exclusief AOW) ontvangt psychische zorg. Dat is drie keer zoveel als bij werkenden, blijkt uit een onderzoek in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Gemeenten, ggz en uitkeringsinstantie UWV gaan samenwerken om dit percentage omlaag te brengen.
Het zijn vooral uitkeringsgerechtigden die arbeidsongeschikt zijn en mensen in de Ziektewet die gebruik maken van de geestelijke gezondheidszorg (ggz) en/of geneesmiddelen gebruiken bij de behandeling van psychische ziekten. Bijna 17 procent krijgt hulp van de ggz, terwijl 24 procent medicatie krijgt. Het gaat om cijfers uit 2013.
In de eerste tien jaren van deze eeuw zijn de uitgaven voor de ggz verdubbeld. Dat is nog zonder de kosten voor medicatie. Uit het onderzoek blijkt dat uitkeringsgerechtigden voor 58,2 procent van de totale kosten van de geestelijke gezondheidszorg verantwoordelijk zijn.
Staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken) stelt 3,5 miljoen euro beschikbaar om de samenwerking tussen betrokken instanties te verbeteren. „Samenwerking tussen gemeenten, UWV, ggz en werkgevers is cruciaal om mensen met een psychische aandoening naar werk te begeleiden. Het geld dat ik nu beschikbaar stel moet de regionale samenwerking een extra impuls geven.”
Mensen met een psychische aandoening vinden heel moeilijk een baan. Volgens Jacobine Geel van GGZ Nederland is werk juist heel belangrijk voor mensen met psychische klachten. „Werken is meedoen. Het helpt enorm bij het herstel van een psychische aandoening.”
Uit het onderzoek komt verder naar voren dat relatief weinig werkenden gebruik maken van de ggz. Het gaat om 9,6 procent. Er is weinig verschil tussen zelfstandigen of mensen in vaste dienst. Van scholieren van achttien jaar en ouder krijgt 9,8 procent psychische zorg.