„De groei van het aantal studenten betekent dat we moeten nadenken over een groter gebouw. De studenten zitten nu verspreid over drie locaties, maar we willen over twee jaar graag al die studenten onder één dak. In het maken van deze plannen kunnen wij niet zonder de zegen van de Heere. Daarom zijn we hier samen in dit kerkgebouw, om Hem om Zijn zegen te vragen”, zei Gert van Veldhuizen, locatiemanager in Gouda, maandag.

Ds. A. J. Britstra sprak de wens uit dat leerlingen zelf ook ervaren dat het beginnen van het nieuwe cursusjaar niet zonder de Heere kan. „Je hebt gekozen voor je opleiding. Dat is een weloverwogen keuze. Heb je zo ook het hartelijke voornemen om de Heere te dienen in dit nieuwe schooljaar? Dat kan toch eigenlijk ook niet anders, als je bedenkt dat de Heere Zijn Naam op je voorhoofd heeft geschreven?”

Als voorbeeld noemde de hersteld hervormde predikant uit Maartensdijk de jonge koning Josia. In 2 Koningen 23 staat hoe hij de tempel en het land reinigde van afgoden. „In die tijd was koning Josia tussen de 18 en de 26 jaar oud. Ongeveer de leeftijd van de studenten hier. Josia kiest: dit wil ik wel en dat wil ik niet, omdat de Heere dit wel en dat niet wil.”

Vrienden kunnen een belemmering zijn in het dienen van de Heere, aldus Britstra. „Wij vinden het vaak zo belangrijk wat onze vrienden van ons vinden. Ben je net zo verlegen om de goedkeuring van de Heere? Zeg maar: wat U ervan vindt, dat is beslissend. Zo heeft Josia zich voorgenomen om de Heere na te volgen, tegen de stroom in. Dan kun je tegenstand en afkeuring van vrienden ondervinden. Behalve wanneer je vrienden uitkiest die ook de Heere willen dienen.”

Al is het niet makkelijk om tegen de stroom in te zwemmen, het is de moeite waard, stelde de predikant. „Het is een zaak van vreugde. Josia maakte een verbond met de Heere. Hij zei: Uw getuigenissen zijn heilig en heilzaam, Uw inzettingen zijn mijn vermaking, elke dag. Het ware genieten ligt in het dienen van de Heere.”

Drs. W. J. de Potter, voorzitter van het college van bestuur, noemde in zijn toespraak ook dat zwemmen tegen de stroom in. „Het is het gemakkelijkst om met de stroom mee te gaan. Maar is dat ook het beste? Durf je morgen in de klas ook af en toe tegen de stroom in te gaan, als iemand gepest wordt bijvoorbeeld?”

De Potter noemt ook enkele Bijbelse voorbeelden van mensen die tegen de stroom ingingen: Noach, Mozes, Jozef, Daniël. „Dat waren allemaal jonge mensen die goede keuzes maakten.”

Het is goed om gebruik te maken van de vrijheid in ons land, zo raadt De Potter docenten en studenten ten slotte aan. „Er zijn maar weinig landen waar zo open over God gesproken mag worden. Gebruik die vrijheid op je stageplek om te getuigen. Docenten, de overheid legt ons geen strobreed in de weg. Dat jullie onderwijs zo gezegend mag worden.”